Eerste Kamer-fractie over CETA

Eerste Kamer-fractie over CETA

Door Ruud Koole op 10 juli 2022 Delen  

De Eerste Kamerfractie van de PvdA heeft deze week besloten om het handelsverdrag tussen Europa en Canada (CETA) – dat in oktober 2016 werd opgesteld en sinds september 2017 deels van kracht is – goed te keuren. PvdA-senator Ruud Koole ligt de keuze toe.


“We stemmen als voltallige Eerste Kamerfractie voor het handelsverdrag van de Europese Unie met Canada (Ceta), omdat het de positie van Europa in een instabiele wereld verstevigt en grote stappen vooruit zet naar een duurzame economie. De Tweede Kamerfractie van de PvdA stemde in 2020 nog tegen, maar er is sindsdien een aantal zaken rondom het verdrag veranderd, waardoor wij vinden dat dit handelsverdrag met Canada beter is dan terugval naar de oude situatie zonder Ceta.

Een handelsverdrag van de EU met een ­gelijkgezind land als Canada is om geopolitieke redenen belangrijker geworden dan ooit. In de huidige instabiele wereld staat de op regels gebaseerde internationale rechtsorde onder druk en woedt op het Europese continent een oorlog. Het in stand houden en versterken van de band met Canada, dat net als ons land een groot voorstander van die internationale rechtsorde is, is daarom uitermate belangrijk. Een land bovendien dat het streven met ons deelt naar een duurzame economie, waarin bescherming van het klimaat en goede arbeidsomstandigheden centraal staan.

Samen met landen als Canada en Duitsland, waar de nieuwe coalitie met de Groenen en de SPD drie weken geleden heeft gezegd Ceta te zullen ratificeren, kan dan de internationale progressieve strijd voor een klimaat- en werknemersvriendelijke internationale orde met kracht worden gevoerd. Want Ceta (Comprehensive and Economic Trade Agreement) zet belangrijke stappen vooruit. Maar er is meer nodig en dat is alleen mogelijk met internationale samenwerking. Nederland moet zich daarom in de EU niet (opnieuw) opsluiten in een ‘neen’-kamp.

Ceta is een goed verdrag voor werknemersrechten en het klimaat

Sommigen zeggen dat handel slecht is voor het milieu en dat je daarom sowieso geen handelsakkoorden moet sluiten. Maar handel kan wel degelijk bijdragen aan minder schade aan het milieu, omdat landen zich specialiseren; geen land kan het alleen. Bovendien is Ceta is een goed verdrag voor werknemersrechten en het klimaat. Voor Ceta gelden de klimaatdoelen van Parijs. En door Ceta onderschrijft ook Canada de fundamentele protocollen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden.

Er wordt gezegd dat het handelsakkoord nationale wetten over gezondheid en klimaat kan ‘overrulen’. Dat klopt niet, elk land dat meedoet in Ceta behoudt volledig de bevoegdheid om zelf regels te stellen in het publieke belang ten aanzien van gezondheid en milieu. De democratie wordt niet aangetast.

Daarnaast bestaat er de angst dat als het Investeringsgerecht (Investment Court System, afgekort ICS) van Ceta van kracht wordt, multinationals het voor het zeggen gaan hebben. We begrijpen die zorg wanneer het gaat om oude verdragen, maar juist niet bij Ceta. Een buitenlandse investeerder kan bij Ceta naar de nationale rechter stappen of naar het ICS, wanneer dit bedrijf meent dat het oneerlijk door de overheid is behandeld.

De rechters van het ICS baseren zich op algemene beginselen van behoorlijk bestuur, vergelijkbaar met die in Nederland. Wanneer de Nederlandse overheid zich houdt aan de Nederlandse regels, zal een claim van een bedrijf niet succesvol zijn. Die rechters van het ICS zijn echt onafhankelijk en onpartijdig en niet (zoals voorheen) benoemd door de strijdende partijen zelf. Van groot belang is dat in het ICS hoger beroep mogelijk is, wat eerder niet zo was.

Als Ceta verworpen wordt, gaan de oude handelsverdragen tussen landen weer gelden

Ceta is een modern verdrag waarin ‘duurzaamheidshoofdstukken’ zijn opgenomen. Daarin staan juridisch bindende afspraken over bescherming van het klimaat en verbetering van arbeidsomstandigheden. Belangrijk is dat deze ook worden nageleefd. Daarom is er een nieuw klachtenmechanisme opgezet. Daardoor kunnen (kleine) bedrijven, vakbonden en maatschappelijke organisaties (ngo’s), eenvoudig een klacht bij de Europese Commissie over niet-naleving indienen, die dan snel moet worden behandeld.

Ook dat is een reden waarom wij nu wel voor Ceta kunnen stemmen. Dit klachten­mechanisme met aangescherpte procedures en bindende termijnen was er nog niet in 2020, en is nu op nadrukkelijk verzoek van de fractie van de PvdA in de Eerste Kamer door de Europese Commissie vastgelegd. Het geldt niet alleen voor Ceta, maar voor alle EU-­handelsverdragen.

De EU is een economische wereldmacht, die met dit soort verdragen wereldwijde standaarden zet

Toen de Duitse regeringscoalitie met ­Sociaal-democraten en Groenen zei vóór Ceta te gaan stemmen, zei zij er gelijk bij nog verdere stappen te willen zetten en nauwkeurig te willen monitoren of de milieustandaarden en werknemersrechten van toekomstige Europese handelsverdragen worden hooggehouden. Dat lijkt ons verstandig. En het is ook mogelijk. De EU is een economische wereldmacht, die door het zetten van standaarden wereldwijd veel invloed uitoefent. Zo kan het dereguleringsdogma van het neoliberalisme worden bestreden: verlaging van handelstarieven op voorwaarde van het accepteren van strenge regels.

Als Ceta verworpen wordt gaan de oude handelsverdragen tussen landen weer gelden. Daar zitten niet de klimaatdoelen van Parijs in, noch betere handhaving van werknemersrechten, noch de nieuwe klachten­procedure voor vakbonden, MKB en maatschappelijke organisaties als de milieubeweging.

En dan zeg je als Europa nee tegen een land dat net als wij de internationale rechtsorde wil bevorderen en de klimaatcrisis wel serieus neemt. Je verzwakt dan Europa, en dat is ­gewoon wat we nu niet kunnen hebben, gegeven de internationale verhoudingen.”

Delen: