Ieder kind kan meedoen
Onze standpunten

3.3 Ieder kind kan meedoen

Onderwijs stimuleert ieder kind om het mooiste van zijn of haar leven te maken.

Nu doen nog te veel kinderen niet mee. Dat kan en mag niet in een rijk land als Nederland.

 

Aanpak armoede onder kinderen

In Nederland groeit één op de negen kinderen op in armoede. Dat zijn duizenden klassen vol. Vaak hebben ze geen schoolreisje, geen sport, geen muziekles, geen bijlesklas of kunnen ze hun verjaardag niet vieren. Sommige kinderen gaan zonder ontbijt naar school. Dat is onverteerbaar. Daarom doen wij meer tegen armoede onder kinderen. We stellen een maximum aan de – alleen in naam vrijwillige – ouderbijdrage. We geven gemeenten en scholen meer geld voor armoedebestrijding onder kinderen. En we steunen lokale initiatieven, samen met gemeenten, scholen, consultatiebureaus en maatschappelijke partijen als Stichting Leergeld, het Jeugdsport- en cultuurfonds, Stichting Jarige Job en tal van andere lokale initiatieven de strijd met kinderarmoede aan te gaan. Zie hoofdstuk 1.

Voldoende financiering voor digitalisering van het onderwijs

We willen dat financiële middelen ter beschikking worden gesteld waarmee de kosten worden gedekt voor de aanschaf van voldoende digiborden, een eigen device per leerling vanaf groep 4 en waarmee benodigde digitale lesmethoden kunnen worden vergoed.

Meer muziek, cultuur en sport

Op iedere school komt meer ruimte voor muziek, cultuur en sport, door goed opgeleide vakleerkrachten. Ieder kind komt ermee in aanraking. Dit wordt publiek gefinancierd.

Bijles niet afhankelijk van je portemonnee

Dure bijlessen vergroten de ongelijkheid. Alle kinderen die extra onderwijs, huiswerkbegeleiding of coaching in studievaardigheden nodig hebben, moeten dat via school kunnen krijgen. Scholen ontvangen hiervoor extra middelen.

Een plek voor ieder kind

Ieder kind heeft het recht om naar school te gaan. Nederland telt echter vele duizenden “thuiszitters”. Wij willen dat ons onderwijs echt inclusief is en dat er voor elk kind een goede plek is op school. Passend onderwijs, waarbij ieder kind de juiste ondersteuning krijgt, moet het streven blijven, maar gaat nu teveel gepaard met verhoging van de werkdruk in het onderwijs. Om daar iets aan te doen willen we investeren in passend onderwijs en jeugdzorg en de aansluiting tussen onderwijs en jeugdzorg verbeteren. Geld voor zorgleerlingen moet ook echt bij zorgleerlingen terecht komen. We leggen vast welk niveau van basisondersteuning minimaal nodig is om kinderen te begeleiden in hun specifieke behoeften, zoals taal– en rekenachterstanden, gedragsstoornissen, dyslexie, sociaaleconomische omstandigheden en hoogbegaafdheid. Daar waar de bestaande voorzieningen geen passend aanbod kunnen bieden wordt maatwerk geboden op individuele basis.

Geen segregatie op school

School is niet alleen een plek waar je leert, maar ook een plek waar je elkaar ontmoet en leert samenleven. Welke boodschap geven we onze kinderen mee als we ze apart naar school laten gaan? De segregatie in ons onderwijs neemt al jaren toe. We zien scholen waar problemen zich opstapelen en scholen waar het tegenovergestelde gebeurt. De categoralisering van ons onderwijs versterkt dit effect. Je afkomst mag niet meer bepalen waar je naar school gaat en tot welk netwerk je toegang krijgt. Schoolbesturen gaan meer doen om segregatie tegen te gaan en gemeenten krijgen de bevoegdheid dit af te dwingen. Sturen op onderwijshuisvesting, een transparant aannamebeleid, extra investeren in scholen met kinderen die de hulp het meest nodig hebben, een maximum aan de ouderbijdrage en brede schoolgemeenschappen kunnen hierbij helpen.

Burgerschap belangrijker maken

Goed onderwijs is veel meer dan alleen maar scholing van cognitieve kennis. De jaren op school vormen ook een periode waarin je je eigen identiteit ontwikkelt in relatie tot anderen. Op school leer je je te ontwikkelen tot wereldburger. Daarom is het noodzakelijk dat het curriculum ook voldoende aandacht schenkt aan wie je bent in relatie tot een ander. Zo worden kinderen weerbaar en voorkom je pestgedrag. Voor het aanpakken van maatschappelijke problemen als racisme, discriminatie en uitsluiting, is het noodzakelijk dat burgerschap belangrijker wordt in het onderwijscurriculum. Ook de fundamenten van onze democratische rechtstaat gebaseerd op vrijheid van meningsuiting zijn onderdeel van het onderwijscurriculum. Burgerschapsonderwijs wordt een belangrijker criterium bij het beoordelen van scholen door de onderwijsinspectie.

Gelijke kansen in de grondwet

Niet alle scholen bieden alle kinderen de kansen die ze verdienen. Sommige scholen keren zich tegen universele waarden als de gelijkheid van man en vrouw, van homo en hetero. Sommige kinderen zitten thuis en worden op geen enkele school toegelaten. Ons ideaal, dat het niet mag uitmaken waar je vandaan komt voor wie je later wordt, komt zo in gevaar. Wij willen het belangrijke artikel 23 van de Grondwet – dat de vrijheid van onderwijs regelt– daarom aanpassen. Niet langer de belangen van de school, maar die van het kind staan daarin centraal. Het nieuwe artikel 23 is duidelijk: ieder kind heeft recht op onderwijs en kan elke school kiezen. Scholen hebben de plicht om kinderen te accepteren. Kinderen mogen niet geweerd worden op basis van hun geloof, zorgbehoefte of inkomen van hun ouders.

Delen: