Overzicht bevindingen commissie Noorman – Den Uyl, Spigt, Van der Veen

14 januari 2018

Aanleiding:

Op 19 december 2017 heeft de rechter van de Rechtbank Noord-Nederland te Assen uitspraak gedaan in een door de FNV aangespannen rechtszaak met betrekking tot een arbeidsrechtelijke kwestie aangaande inzet en betaling van WSW geïndiceerde personen via uitzendbureau AwerC-flex van Alescon bij Alescon. Van augustus 2015 tot 25 oktober 2017 is als directeur aangesteld, dhr. William Moorlag. Op 25 oktober 2017 wordt William Moorlag voor de PvdA beëdigd als lid van de Tweede Kamer en is hij geen directeur meer van Alescon.

De zaak waarin de rechter op 19 december uitspraak doet, handelt over de rechten van WSW-medewerkers die met name in de periode 2011-2015 via AwerC-Flex zijn geplaatst. Na vragen van medewerkers en op initiatief van de FNV wordt in februari 2017 in een vordering gesteld dat er sprake is van werknemers met een verschillende aanstelling en ongelijke arbeidsvoorwaarden. Het is ook bij FNV en OR bekend dat de GR Alescon vanaf 2011 geen WSW-geïndiceerde personen meer plaatst binnen het bedrijf Alescon maar daar AwerC-Flex voor heeft opgericht en aangewend.

De uitspraak van de rechter is duidelijk. Alescon heeft gedurende de periode 2011 tot 2015 niet juist gehandeld inzake de arbeidsovereenkomsten met WSW-geïndiceerde medewerkers bij AwerC-Flex. Voor deze medewerkers had ook toen binnen de geldende wetgeving een aanstelling overeenkomstig de van toepassing zijnde cao WSW moeten plaatsvinden.

Gelet op betrokkenheid van William Moorlag, als voormalig directeur Alescon, wordt hem door een journalist van dagblad Trouw op 20 december om commentaar gevraagd. Het artikel verschijnt op 21 december in de krant. De inhoud van het artikel, waarmee de gekozen constructie bekendheid krijgt, alsmede het commentaar op de rechterlijke uitspraak door William Moorlag leidt tot reacties en verontwaardiging. De fractie ondersteunt fractiegenoot publiekelijk, erkent dat er fouten zijn gemaakt, maar stelt dat de intenties en bedoelingen goed waren. Bij het partijbestuur rijst echter de vraag of William nog geloofwaardig als volksvertegenwoordiger kan blijven opereren. Immers: de strijd voor gelijk loon bij gelijk werk kan alleen dan geloofwaardig gevoerd worden als er verantwoordelijkheid en afstand wordt genomen van constructies met een onwenselijk en onwettig karakter zoals besloten ligt in de uitspraak van de rechter.

Werkwijze:

De commissie heeft om een juist beeld te krijgen van de situatie uitvoerig, openhartig en op basis van vertrouwelijkheid gesproken met William Moorlag, Sharon Dijksma, Lodewijk Asscher, Nelleke Vedelaar, de voorzitter van de Jonge Socialisten, de kandidaatstellingscommissie, het partijbestuur en nog een aantal mensen die op basis van werk en ervaring kennis van de materie hebben. Op grond van de bekende feiten, de uitspraak van de rechter en de gevoerde gesprekken komt de commissie tot de volgende conclusies:

Conclusies:

Over de zaak:

  1. Een construct opgetuigd vanuit goede bedoelingen: het toenmalige bestuur en management van Alescon hebben in 2011 in overleg en met instemming van ondernemingsraad en vakbonden, vanuit goede bedoelingen, de constructie AwerC-Flex ingezet voor WSW’ers. Te weten: zoveel mogelijk mensen aan het werk helpen;
  2. Integer handelen van William Moorlag als directeur: wat betreft de rol, taak en handelen van William als directeur vanaf augustus 2015 komt de commissie tot het oordeel dat bestuur en directie van de gemeenschappelijke regeling Alescon hun handelen hebben onderbouwd met stevige juridische adviezen op basis waarvan kon worden aangenomen dat de constructie met AwerC-Flex in het wettelijk kader paste en dat een oordeel van de rechter met vertrouwen kon worden afgewacht;
  3. Een onrechtmatige constructie: de uitspraak van de kantonrechter op 19 december werpt een ander licht op de constructie AwerC-Flex binnen Alescon. De wijze waarop werknemers van Awerc-Flex in de periode 2011-2015 in dienst zijn genomen en sindsdien bij Alescon werkzaam zijn geweest, is onrechtmatig en dus fout. Deze fout moet naar de mening van de commissie worden hersteld, maar dat is de verantwoordelijkheid van het bestuur van Alescon;
  4. Strijdig met de uitgangspunten van de PvdA: De commissie wil in dit verband opmerken dat het principe van ‘gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde werkplek’ voor de PvdA uitgangspunt is. En dat we afspraken daarover vastleggen in cao’s. Constructies die tot doel hebben daar bewust van af te wijken accepteren we niet.

Over de gang van zaken:

  1. Er zijn meerdere gelegenheden geweest waarop William de partij actiever had kunnen betrekken bij de kwestie die speelde. Met de wetenschap van nu had dit onderwerp van gesprek moeten zijn bij de kandidaatstellingscommissie. William stelt dat hij niet heeft vermoed dat deze zaak een risico zou kunnen worden voor zijn functioneren of voor de partij. Daarnaast is de commissie stellig van mening dat de tegenstelling niet had hoeven ontstaan als eerder en duidelijker was gecommuniceerd door alle betrokkenen;
  2. De commissie is van oordeel dat William kort na de uitspraak van de rechter op 19 december vragen vanuit de pers beantwoordde vanuit zijn voormalige positie van directeur van Alescon, en onvoldoende vanuit zijn rol als volksvertegenwoordiger van de PvdA. In reactie op alle verontwaardiging en commotie had William eerder in gesprekken met partijgenoten kunnen aangeven dat hij afstand nam van de constructie bij Alescon;
  3. Voor de houding en rol van het partijbestuur bestaat bij de commissie begrip: deze zaak raakt de kern van de sociaaldemocratie. In de achterban van de PvdA en bij de leden leverde deze zaak veel beroering op. Het is belangrijk dat de meningen en opinies van de vele partijgenoten een plek hebben gekregen in de gesprekken tussen partijbestuur, de fractie en William Moorlag;

De commissie heeft op grond van bovenstaande bevindingen Lodewijk Asscher, Sharon Dijksma, Nelleke Vedelaar en William Moorlag uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek met de commissie. De commissie heeft hier uitgebreid gerapporteerd over de bevindingen en alle aanwezigen onderschrijven bovenstaande conclusies en betreuren de hele gang van zaken. Daarbij heeft William aangegeven te betreuren dat de wijze van aanstellen tijdens de periode dat hij directeur was bij Alescon heeft kunnen voortduren. Daarnaast spreekt hij zijn excuses uit over de ontspoorde communicatie. William Moorlag geeft aan alles in het werk te zullen stellen om het vertrouwen te herstellen van de mensen wiens vertrouwen in hem is aangetast.

Alles overziend is men met de commissie van mening dat William Moorlag geloofwaardig de PvdA kan blijven vertegenwoordigen in zijn werk als Kamerlid nu er gezamenlijk rekenschap is gegeven van bovenstaande bevindingen.

Het partijbestuur en de Tweede Kamerfractie spreken hun grote waardering uit voor de snelle maar eveneens zeer grondige aanpak van Noorman – Den Uyl, Spigt en Van der Veen.