Ons plan voor volkshuisvesting
Onze standpunten

4. Ons plan voor volkshuisvesting

Een woning is zoveel meer dan een stapel stenen. Het is een thuis.

Je hebt er je kinderen zien opgroeien, bent gehecht geraakt aan de buurt, vrienden en familie wonen dichtbij, en je kent de lokale winkeliers. Je hebt pas echt vakantie gehad als je weer thuiskomt en je jas weer aan de kapstok hangt. Dat thuis gun je iedereen: in de stad of op het platteland, jong en oud, arm en rijk, gezinnen en singles. Niet voor niets is bevordering van voldoende woongelegenheid voorwerp van zorg der overheid, aldus artikel 22 van de Grondwet.

Toch staat het fundamentele grondrecht op betaalbaar wonen onder grote druk. Er is jarenlang te weinig gebouwd. Daardoor zijn er grote tekorten aan woningen voor starters en middeninkomens, aan betaalbare huur- en koopwoningen en aan kamers voor studenten, aan woonvormen voor ouderen. Tegelijkertijd zien we dat beleggers de steden overnemen en misbruik maken van hun machtspositie. Starters worden overboden en kunnen hun droomhuis alleen nog maar bewonen tegen een torenhoge huur. Jaarlijks vallen forse huurverhogingen op de mat. Tijdens de coronacrisis werd pijnlijk zichtbaar hoeveel goede woningen gewoonlijk illegaal via Airbnb worden verhuurd.

Dit alles heeft grote gevolgen. Een kwart van de huurders heeft moeite om rond te komen en vraagt zich af of ze volgend jaar de huur nog kunnen betalen. Leraren, verpleegkundigen en agenten worden de steden uitgejaagd waar ze keihard nodig zijn. Jongeren en singles zijn vaak de helft van hun inkomen kwijt aan huurlasten. Steeds minder mensen onder de 35 jaar hebben een koopwoning en ouderen zien geen kans om een aangepaste woning te bemachtigen. De dakloosheid verdubbelde. Dertigers blijven bij hun ouders op zolder wonen. Er is sprake van een wooncrisis. Het is weer hoog tijd voor volkshuisvesting. Daarom is er een minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu nodig. Die komt met een nieuwe rijksnota ruimtelijke ordening en investeringen in wijk- en dorpsvernieuwing.

Zowel steden als dorpen staan voor grote opgaven en er bestaan grote verschillen tussen regio’s. Daar waar mensen wegtrekken is het belangrijk om de voorzieningen op peil te houden. Ook moeten we zorgdragen dat oude gebouwen een nieuwe invulling krijgen die past bij de locatie. Voor gebieden die snel groeien zijn extra middelen nodig om die groei bij te benen. We zorgen voor goede OV-verbindingen tussen regio’s en we stimuleren de leefbaarheid van wijken door te investeren in groen, speel- en sportvoorzieningen en ontmoetingsplekken.

Het recht op betaalbaar wonen nemen we weer serieus. Iedereen heeft een woning nodig, niemand honderdvijftig om mee te speculeren. Huizen zijn om in te wonen, niet om te verzamelen. Wij kiezen daarom voor volkshuisvesting. Voor mensen boven de markt. Samen bouwen we aan een Nederland met fijne en betaalbare woningen, in een prettige wijk waar het plezierig wonen is.

Ons plan bestaat uit de volgende punten:

4.1 Meer bouwen

Er heerst woningnood. De afgelopen vier jaar steeg het tekort met 150.000 woningen.

We willen jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen om de tekorten in te lopen. De overheid wordt weer leidend op het gebied van woningbouw. We helpen corporaties en gemeenten om betaalbare woningen te bouwen, we voorkomen dat de bouw instort tijdens de crisis en gaan grondspeculatie tegen.

Onze keuzes:

Afschaffen verhuurderheffing

De verhuurderheffing is een belasting op betaalbare huurwoningen van 2 miljard euro per jaar. Deze belasting zorgt ervoor dat er minder wordt gebouwd en geïnvesteerd in woningen die nu keihard nodig zijn. De verhuurderheffing willen we daarom afschaffen voor woningcorporaties die investeren in nieuwbouw, verduurzaming en betaalbare huren. We zonderen woningcorporaties uit van de winstbelasting en de ATAD-richtlijn. Daardoor kunnen jaarlijks duizenden betaalbare woningen worden gebouwd.

Investeringsfonds voor Leefbaarheid en Bouw

Naast het afschaffen van de verhuurderheffing willen we investeren. Met een Investeringsfonds voor Leefbaarheid en Bouw bouwen we sneller meer woningen en investeren we in de leefbaarheid van wijken en buurten. Dat kan op verschillende manieren. Gemeenten krijgen een toelage per extra woning die voor 2025 wordt gebouwd. We willen investeren in het behoud van voorzieningen in krimpgebieden. Binnen steden willen we extra investeren in de leefbaarheid van gebieden waar de sociale samenhang onder druk staat, zoals Parkstad, Den Haag Zuidwest, Rotterdam-Zuid, Tilburg, Arnhem, Leeuwarden en Schiedam.

Bouwgarantie tijdens crisis

Om te voorkomen dat de bouw instort tijdens de crisis, stelt de overheid zich zolang de woningnood duurt garant voor de verkoop van zeventig procent van de nieuwbouwwoningen. Met deze bouwgarantie kunnen ontwikkelaars financiering krijgen en doorbouwen.

Onteigening speculanten

Speculanten houden vaak nieuwbouw tegen, omdat langer wachten hen meer winst oplevert. Grote projecten komen door de versnippering niet van de grond. Daarom voeren we een bouw- en ontwikkelplicht in. Na aankoop van grond wordt binnen een bepaalde termijn ook daadwerkelijk gebouwd. Niet nakomen betekent een boete en uiteindelijk onteigening.

Een planbatenheffing

In de huidige situatie is het zo dat speculanten recht hebben op ‘planschade’ als zij door gewijzigde gemeenteplannen schade ondervinden. Stijgt de waarde van hun grond door de nieuwe gemeenteplannen, dan zijn alle baten voor de speculant. Met andere woorden: Het verlies kan bij de gemeente worden geclaimd, maar de winst houden speculanten zelf. Dat moet anders. Met een planbatenheffing is de winst niet meer voor de speculant, maar voor de gemeenschap. Op deze manier kunnen gemeenten meer woningen realiseren en gaat speculatie minder lonen.

Een Ministerie van Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening en Milieu

Door als overheid zelf te investeren en gemeenten en woningcorporaties meer middelen te geven om te bouwen, kunnen er ook ambitieuzere en bindende afspraken komen tussen Rijk, provincies, gemeenten, marktpartijen en woningcorporaties. Met de Tweede Kamer stelt het Rijk een meerjarig woningbouwprogramma vast van jaarlijks minimaal 100.000 woningen. Dit wordt – per regio uitgesplitst – opgenomen in de Nationale Omgevingsvisie. De Rijksoverheid kan daarbij verder met gemeenten afspraken maken over het opnemen van een minimumpercentage betaalbare huurwoningen in bestemmingsplannen, analoog aan de prestatieafspraken die gemeenten met corporaties maken over sociale huur.

Niemand slaapt op straat

Het aantal mensen dat noodgedwongen op straat slaapt, is de afgelopen jaren enorm gestegen. We realiseren meer opvanglocaties om dakloosheid aan te pakken. Ook zorgen we ervoor dat mensen als eerste een dak boven het hoofd krijgen (Housing First) en krijgen ze meer begeleiding zodat ze weer zelfstandig kunnen wonen.

We maken samenwonen makkelijker

Daarom schaffen we de kostendelersnorm in de bijstand af.

Beschermde woongroepen voor kwetsbare groepen

Niet iedereen kan zelfstandig wonen. Daarom ondersteunen we (kleinschalige) beschermde woonvormen voor kwetsbare groepen. We werken samen met woningcorporaties. Het aanbod van woningen waar het eenvoudiger is om wonen, welzijn en zorg te combineren gaat omhoog. We investeren in goede (gemeenschappelijke) ruimtes, bijvoorbeeld om zorg te verlenen of elkaar te ontmoeten. Gemeenten nemen in hun woonvisies een verplicht aantal ouderenwoningen op. Ook komen er meer mantelzorgwoningen en pre-mantelzorgwoningen; het wordt eenvoudiger om deze samen te kopen, ook als je geen partner van elkaar bent (zie hoofdstuk 2 over zorg). Er komt meer aandacht en ondersteuning voor alternatieve woonvormen voor ouderen. Knarrenhofjes zijn een mooi idee dat stimulans verdient. Gemeenten, woningbouwcorporaties en sociale projectontwikkelaars maken in samenspraak met ouderen en mensen met beperkingen per wijk of dorp programma’s voor de bouw van levensloopbestendige woningen (huur en koop), woon-zorgcomplexen en aanpassing van bestaande woningen, inclusief bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen. De ministers van VWS, Volkshuisvesting en de provincie zien toe op de uitvoering van deze plannen en ondersteunen de bouw en aanpassing via regelgeving en subsidies.

Actief grondbeleid

Om de bouw van voldoende woningen te bevorderen, voert de overheid een actief grondbeleid. Private grondeigenaren kunnen op vrijwillige basis hun grond overdragen aan de overheid. Daardoor profiteert de hele samenleving van waardestijgingen, niet alleen de grondeigenaren. Bovendien kan de overheid zo de bouw versnellen, huizen betaalbaar maken door de grond te verhuren aan kopers en eisen stellen aan de hoogte van de huur.

Aanpak stikstof

De stikstofproblemen mogen er niet voor zorgen dat de woningnood verder oploopt. Bouwprojecten krijgen voorrang boven industrie en snelwegen. We leggen in de Wet Natuurbescherming een emissiereductie van 50 procent voor 2030 vast. Om dit te bereiken investeren wij extra in natuurherstel, introduceren we een belasting voor de industrie op de uitstoot van stikstof (naar Deens voorbeeld) en voeren we een actief uitkoopbeleid voor veehouderijen in natuurgebieden (zie hoofdstuk 5). Daarnaast komt er een aflopende subsidie voor de bouw om te zorgen dat de emissies van bouwprojecten over een langere periode worden afgebouwd.

Portret: Patty, 40 jaar

“Iedereen verdient een fijne plek om te wonen”

 

Patty, 40 jaar, woont in Zwolle, Overijssel.

 

“Samen met mijn gezin woon ik in deze sfeervolle jaren ’30 buurt in Zwolle. Dichtbij de school van onze zoons en in de buurt van allerlei winkels, sportverenigingen, parken en speeltuintjes.

We hadden ontzettend veel geluk dat we ons huis konden kopen: het stond nog niet op Funda en er kwam geen makelaar aan te pas. Het was net voordat woningprijzen echt explodeerden. De jaren daarvoor hebben we veel te duur in de vrije sector moeten huren. Voor ons was kopen dus echt een vooruitgang.

Mijn man is muzikant en zelfstandig ondernemer. Net als hij, zijn er veel zzp’ers en mensen met flexcontracten voor wie het nu onmogelijk is om een betaalbare woning te vinden. Huisjesmelkers verdienen goud geld en speculanten kapen de betaalbare woningen weg.

Ik vind het hoog tijd dat Nederland weer progressief volkshuisvestingsbeleid gaat voeren. De politiek moet zorgen dat er voldoende duurzame en betaalbare woningen gebouwd worden. En reguleer die huren, te gek voor woorden dat sommigen nu meer dan de helft van hun inkomen er aan kwijt zijn!

Dan kan iedereen - studenten, starters, gezinnen en ouderen - weer een eigen fijne plek vinden.”

4.2 Betaalbare huren

Je woning is geen stapel stenen die je inruilt als de huur te hoog wordt. Het is een thuis.

Je bent gehecht aan familie en vrienden dichtbij, je kent de buurt. We mogen in Nederland trots zijn op de combinatie van koop- en huurwoningen in onze dorpen en steden. Terwijl het voor mensen steeds moeilijker wordt om een huis te kopen, zien we ook dat veel van de ruim drie miljoen huishoudens die huren in de knel dreigen te komen.

De afgelopen jaren verdween iemands salarisverhoging vaak rechtstreeks in de zakken van beleggers. Jongeren en alleenstaanden zijn vaak de helft van hun inkomen kwijt aan huur. Leraren, verpleegkundigen en politieagenten worden de steden uitgejaagd. Dat moet anders.

We pakken speculanten, huisjesmelkers en pandjesbazen aan, en zorgen ervoor dat de huren weer betaalbaar worden.

Onze keuzes:

Huren bevriezen tijdens crisis

Veel mensen verliezen hun baan en inkomen door de coronacrisis. Verhuurders blijven de huren intussen verhogen. De huur dreigt zo onbetaalbaar te worden. Daarom bevriezen we de huren zolang de crisis duurt. Dat betekent dat alle huren in Nederland niet stijgen boven het niveau van de inflatie. Woningcorporaties krijgen hiervoor compensatie.

Zekerheid over huursubsidie

Veel mensen kunnen de huur niet of nauwelijks betalen. Bijna de helft van de huurders in de vrije sector is veertig procent van het maandelijkse inkomen kwijt aan de huur. Een vijfde is zelfs ruim de helft van het inkomen kwijt aan woonlasten. Dit leidt tot armoede, schuldenproblemen en een sober leven. Hieraan maken we een einde, net als aan de onzekerheid over het terugbetalen van de huurtoeslag. Zoals bij de voormalige huursubsidie baseren we de ondersteuning op basis van het inkomen van het jaar ervoor, zodat er zekerheid is over de huursubsidie. Voor mensen wiens inkomen daalt, is er een vangnet. De huurverhogingen in de sociale huursector worden beperkt. In de vrije sector worden de huren streng gereguleerd.

Sterkere huurbescherming en lagere huren

De afgelopen jaren zijn de huren fors gestegen, soms met meer dan tien procent per jaar: onbetaalbaar voor mensen met een gewoon inkomen. Woningnood mag geen verdienmodel zijn voor grote beleggers. We gaan de huurbescherming versterken en de vrije sector aan banden leggen. Daarom zorgen we voor eerlijke huren in de vrije sector en perken we de macht van beleggers en pandjesbazen in. Onze initiatiefwet om huren in de vrije sector te reguleren wordt per direct ingevoerd. Door het woningwaarderingsstelsel uit te breiden naar de vrije sector en de werking van de WOZ-waarde daarin te beperken, worden de huren fors lager.. Huurders in de vrije sector kunnen ook terecht bij de Huurcommissie, die meer budget krijgt.

Een ‘Prins Bernhard’-belasting: pandjesbazen uit het fiscale paradijs

Woningen zijn om in te wonen, niet om te verzamelen. Niemand heeft 150 woningen nodig. Maar als belegger in vastgoed ben je spekkoper. Door het boxenstelsel betaal je veel minder belasting over inkomen uit huur dan inkomen uit werk. Met een ‘Prins Bernhard’-belasting worden pandjesbazen die vijf panden of meer bezitten verplicht om netjes inkomstenbelasting te betalen over de huurinkomsten en vermogenswinsten. Om te voorkomen dat beleggers woningen opkopen maken we een woonplicht of een opkoopbescherming mogelijk voor gemeenten.

Sociale huurkoop

De verschillen tussen kopers die vermogen opbouwen en huurders die dat niet of nauwelijks doen worden steeds groter. Daarom wordt het voor huurders makkelijker om vermogen op te bouwen: zij kunnen makkelijker de huurwoning tegen een redelijke prijs (deels) kopen. Ook willen we voor hen bouwsparen mogelijk maken.

Vaste huurovereenkomsten worden de norm

Steeds meer verhuurders werken met tijdelijke contracten. Daardoor kunnen ze de huren makkelijker verhogen. Mensen leven in grote onzekerheid: heb ik volgend jaar nog wel een thuis? Sommige huurders zijn al tientallen keren verhuisd. Daarom schaffen we algemene tijdelijke huurcontracten af.

Huisjesmelkers pakken we aan

Nog steeds buiten huisjesmelkers mensen uit door stelselmatig te hoge huren vragen. Dat beboeten wij. In de studentensteden komt er een verhuurdersvergunning naar Gronings voorbeeld. Als verhuurders te hoge huren vragen, mensen intimideren of discrimineren, wordt hun vergunning ingetrokken en mogen ze geen huur meer in rekening brengen. Voor de huurder blijft woonruimte beschikbaar. Om huurders te helpen, bevorderen we huurteams in steden met veel studenten.

Huurders helpen als corporaties in de knel zitten

Huurders van bijvoorbeeld Vestia zijn de dupe van fouten uit het verleden. Hun huizen worden slecht onderhouden, en de huren stijgen sterk. Het Rijk ondersteunt corporaties als Vestia financieel. Daarmee stopt de uitverkoop van sociale huurwoningen, blijven de huren betaalbaar en kan er weer onderhoud worden gepleegd.

Inspraak voor huurders

Huurders krijgen meer inspraak in het beleid van woningcorporaties. Om alle woningen te verduurzamen, is draagvlak onder huurders cruciaal.

4.3 Betaalbare koopwoningen

Een eigen huis dreigt onbereikbaar te worden voor veel mensen.

Starters leggen het af tegen beleggers, die vervolgens een hoge huur vragen voor dezelfde woning. Steeds minder jongeren kunnen een huis kopen. De balans moet worden hersteld. Daarom helpen we starters, en ontmoedigen we beleggers.

Onze keuzes:

Starters helpen met premiewoningen

We helpen starters met een kooppremie voor een eerste nieuwbouwwoning. Als ze de woning weer verkopen, gebruiken ze de winst om een deel terug te betalen aan de overheid. Tegelijkertijd schaffen we de schenkingsvrijstelling van een ton voor het eigen huis af. Zo zorgen we dat alle starters een eerlijke kans maken op een huis, en niet alleen mensen met rijke ouders.

Overdrachtsbelasting voor starters omlaag, voor beleggers omhoog

Nu worden starters vaak overboden door beleggers. We kunnen starters helpen door de overdrachtsbelasting af te schaffen. Het kopen van een woning wordt daardoor goedkoper voor starters. Voor particulieren die een tweede woning kopen wordt de belasting verhoogd.

Illegale verhuur Airbnb aanpakken

Veel beleggers verhuren woningen permanent via platforms als Airbnb. Wijken worden overspoeld door toeristen, en de huren en huizenprijzen stijgen. Gemeenten krijgen de mogelijkheid de verhuur aan te pakken met vergunningen: zij kunnen kiezen of en zo ja in welke wijken verhuur van woningen aan toeristen is toegestaan. Zo komen er meer betaalbare woningen beschikbaar voor starters of huurders. Platforms krijgen een boete als ze niet helpen handhaven.

Hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait

De hypotheekrenteaftrek wordt langzaam afgebouwd. Daar nemen we ruim de tijd voor. Het is nu een goed moment, omdat de hypotheekrente laag is. We verlagen tegelijkertijd het eigenwoningforfait. Het wordt weer mogelijk om tot 50 procent van de hypotheek af te lossen om te voorkomen dat er te veel geld vast gaat zitten in het eigen huis. De betalingstermijn voor hypotheken verlengen we van 30 naar 40 jaar. De maandlasten kunnen hierdoor zelfs lager zijn.

Hypotheek en studieschuld

Bij een hypotheekaanvraag kijken verstrekkers nu nog naar de oorspronkelijke schuld. Om aflossen aantrekkelijker te maken gaan hypotheekverstrekkers voortaan uit van de actuele schuld. Ook willen we dat de studieschuld minder zwaar meeweegt bij het kopen van een woning.

4.4 Gemengde en leefbare wijken

Nederland heeft een lange traditie van gemengde wijken waarin verschillende groepen bij elkaar wonen.

Banlieus, dus buitenwijken, komen hier (nog) niet voor. Steden zijn, zeker internationaal bezien, redelijk gemengd. Rijkenenclaves, ‘gated communities’ zoals in de Verenigde Staten, bestaan hier (nog) niet.

Het is een kracht van ons land dat rijk en arm met elkaar wonen. Toch dreigen de tegenstellingen groter te worden, en holt de leefbaarheid van wijken achteruit. We gaan daarom grootschalig investeren in gemengde en leefbare wijken, met wijk- en dorpsvernieuwing.

Wij willen fijne en veilige buurten waarin allerlei inkomensgroepen naast elkaar wonen. Waar buren elkaar een handje helpen en waar je een beetje let op de oudere buurvrouw. Kortom, waarin we zeker zijn dat we naar elkaar omzien. Daarom investeren we in wijken en dorpen, in fijne buurten met speeltuinen, een parkje en een plek waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten.

Onze keuzes:

Meer toegang tot betaalbare woningen

De hoge huren jagen leraren, politieagenten en verpleegkundigen de steden uit, terwijl ze daar keihard nodig zijn. Daarom wordt de inkomensgrens sociale huurwoningen voor eenpersoonshuishoudens verhoogd naar 44.000 euro en wordt de maximale inkomensgrens voor sociale huurwoningen verhoogd naar 60.000 euro. Zo krijgen meer mensen toegang tot betaalbare woningen.

Stop de uitverkoop van betaalbare woningen

Noodgedwongen verkopen woningcorporaties veel betaalbare woningen aan beleggers. Die woningen willen we juist betaalbaar houden. In de wet leggen we daarom vast dat het totale aantal sociale huurwoningen per gemeente niet mag dalen. Daarnaast reserveren we bij nieuwbouw minimaal veertig procent voor sociale huur.

Gemengde wijken

Nederland mag trots zijn op onze traditie van gemengde wijken. Toch worden de tegenstellingen groter. Daarom krijgen corporaties meer ruimte om gemengd te bouwen, in maatschappelijk vastgoed te investeren en meer mensen te huisvesten. De marktverkenning (waarbij eerst moest worden gekeken of er door marktpartijen kan worden gebouwd) wordt dus afgeschaft en de norm voor passend toewijzen versoepeld tot 75 procent zodat corporaties meer ruimte krijgen om bredere groepen in aanmerking te laten komen voor hun woningen.

Investeren in leefbare wijken

Met een grootschalige wijkenaanpak investeren we in goede woningen en goede voorzieningen. In de traditie van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV), de Vogelaargelden, het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid en de regiodeals trekken we honderden miljoenen uit om wijken op te knappen en leefbaar te houden. Niet alleen in de Randstad maar ook in de regio. Het gaat hierbij niet alleen om stenen, maar ook om goed onderwijs, perspectief op werk, veiligheid op straat, het aanbod van cultuur, groen en betrokkenheid van de bewoners. Woningcorporaties mogen weer bijdragen aan de leefbaarheid en krijgen daar ook de ruimte voor.

Gezonde woningen

Veel mensen worden ziek van hun woning. Nog steeds hebben 200.000 woningen giftige loden leidingen. Een half miljoen woningen kampt met schimmel. Wij willen woningen die goed geïsoleerd en goed onderhouden zijn, woningen waar je je veilig kunt voelen. Verhuurders worden gedwongen huizen op te knappen.

Wooncoöperaties stimuleren

Met wooncoöperaties zijn bewoners zelf verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van hun woningen. Het is een nieuw alternatief voor huren of kopen. We stimuleren wooncoöperaties door belemmeringen weg te nemen. Leningen zijn deels gegarandeerd door de introductie van een zogeheten revolverend fonds naar Zwitsers model.

Het recht om een gebouw of plek met maatschappelijke waarde over te nemen

In veel wijken dreigen buurthuizen, voetbalveldjes en oude schoolgebouwen te worden opgekocht door de hoogste bieder. Bij veel van dit soort plekken gaat de publieke waarde van zo’n plek verloren. Daarom willen wij de lokale gemeenschappen, vrijwilligersorganisaties en buurten het recht geven om een gebouw of plek met maatschappelijke waarde over te nemen.

Discriminatie door verhuurders en makelaars is onacceptabel

Dit willen we daarom keihard aanpakken. Het is strafbaar en moet beboet worden. Een keurmerk of vergunningstelsel kan daarbij helpen. Betaalbaar wonen is een grondrecht voor iedereen.

4.5 Ruimtelijke ordening, groei- en krimpregio’s (stad/land)

De beschikbaarheid van betaalbare woningen, de infrastructuur en leefkwaliteit in steden en dorpen staat steeds meer onder druk.

Elke regio is daarin verschillend. Sommige groeien als kool en andere hebben te maken met leegloop. Het is belangrijk dat overal toegang is tot goede voorzieningen. Op plaatsen waar ontwikkelingen hard gaan steken we een helpende hand uit. Voor krimpregio’s komen we met een transitiefonds dat helpt om demografische veranderingen op te vangen. Zo zorgen we ervoor dat ook in dorpen belangrijke voorzieningen zoals zorg, onderwijs en winkels behouden blijven.

Via stedelijke wijkvernieuwing en investeringen in de infrastructuur richten we de publieke ruimte toegankelijk, slim en zorgvuldig in. We vergroenen, stellen de voetganger en fiets centraal en stimuleren ontmoetingen. We bouwen zoveel mogelijk met behoud van landschap, natuur en biodiversiteit. Een groene omgeving is namelijk een gezonde omgeving en draagt bij aan de leefkwaliteit. Daarnaast wapent het ons tegen klimaatverandering en de gevolgen ervan (zie hoofdstuk 5 duurzaamheid).

Ook een goede bereikbaarheid is essentieel. Reizen met het openbaarvervoer binnen en buiten Nederland wordt snel, duurzaam en betaalbaar (zie hoofdstuk 5.3 milieu en mobiliteit). Onze opdracht voor infrastructuur, woningbouw en de energietransitie vraagt om een sterke regie van de overheid. Zowel op landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau.

Onze keuzes:

Investeren in voorzieningen

Krimpgebieden hebben het zwaar. Mensen vertrekken uit deze regio’s en voorzieningen als scholen, winkels, zorg, veiligheid en openbaar vervoer staan onder druk. Daarom investeren wij om voorzieningen in krimpregio’s op peil te houden en te zorgen voor vitale en leefbare steden. In groeiregio’s komt extra geld beschikbaar zodat daar de voorzieningen de groei kunnen bijbenen. Dit wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het versneld bouwen van studentenwoningen of de aanleg van fietsvoorzieningen. Wij leggen bij wet vast om welke minimumvoorzieningen het gaat, zoals bijvoorbeeld mobiele bereikbaarheid. Het is onverteerbaar dat er dorpen zijn in Nederland waar je op straat geen 112 kunt bellen omdat er geen bereik is.

Provinciefinanciën

Er bestaan grote verschillen in de financiële positie van provincies. Dit betekent dat ‘armere’ provincies, zoals Zeeland en Flevoland, per hoofd van de bevolking veel minder kunnen investeren in OV, de energietransitie en cultuur. Wij onderzoeken hoe dit recht te trekken.

Goed openbaar vervoer

Om te zorgen dat heel Nederland goed bereikbaar is en niemand gedwongen hoeft te verhuizen is goed openbaar vervoer essentieel. Daarom willen we stad en platteland goed met elkaar verbinden. Verder komen er goede fietspaden, wegen en openbaar vervoer voordat een nieuwbouwwijk klaar is. Ook buiten de stad investeren we in hoogwaardige verbindingen (zie hoofdstuk 5).

Aanpak leegstand maatschappelijk vastgoed

Nederland heeft te maken met leegstand in schoolgebouwen, buurt- en dorpshuizen en cultuurvoorzieningen. In krimpregio’s is dit probleem vaak groter, terwijl op deze plekken behoefte is aan een ander type voorziening. Oude voorzieningen moeten een nieuwe bestemming krijgen die bijdraagt aan de plek waar ze staan.

Erfgoed in de regio

Erfgoed in de regio. Boerderijen, molens, kerken, industrieel- en maritiem erfgoed en landschappen bepalen de uitstraling en identiteit van een gebied. We investeren in regionaal erfgoed, en houden rekening met erfgoed bij de bouw van woningen, de aanleg van wegen of als we investeren in schone energie.

Erfgoedvisie

Om ons Nederlands erfgoed in de toekomst te behouden zijn visies en financiële middelen nodig. Wij zetten in op een landelijke erfgoedvisie, waardoor molens, kerken en ander beeldbepalend erfgoed ook voor toekomstige generaties behouden blijft.

Inwoners Groningen verdienen doorbraak

We willen dat er eindelijk recht wordt gedaan aan het leed van de inwoners van het aardbevingsgebied. Leed dat sinds de aardbeving in Huizinge in 2012 tot op de dag van vandaag voortduurt. Daarom komen we met een crisisaanpak die bestaat uit vier delen:

  1. Er komt een Herstelwet Groningen. Deze wet naar analogie van de wijkaanpak van Jan Schaefer biedt gemeenten de mogelijkheid wijk- en dorpsvernieuwingsprojecten uit te voeren. Gemeenten krijgen financiële ondersteuning en zijn daarop aanspreekbaar. De provincie ondersteunt en coördineert de bovenwettelijke taken. Schade en versterking worden nu nog gescheiden behandeld, maar horen bij elkaar. Op basis van de Herstelwet Groningen wordt per straat, wijk en dorp een toekomstplan gemaakt waarbij de keuzes van de inwoners leidend zijn. Dat wordt wettelijk geborgd.
  2. Oprichting van een Herstelfonds Groningen voor wijkvernieuwing en leefbaarheid van 10 miljard euro. Hieruit wordt de wijkvernieuwing gefinancierd. Het fonds staat los van ander, economische projecten. Schade en versterking van alle gebouwen, dus ook boerderijen, monumenten en molens worden door dit fonds betaald. Gemeentebestuurders zijn verantwoordelijk voor de besteding van de middelen. Zij leggen verantwoording af aan de gemeenteraad. Eigenaren van gebouwen bepalen met de raad wat er aan de gebouwen moet gebeuren. Monumenten en beeldbepalende gebouwen die de ziel van het gebied zijn worden behouden. Waardedaling wordt vergoed op basis van de hoogste schatting van de twee in omloop zijnde modellen (methode minister of methode De Kam). De NAM heeft niets meer te zeggen. Het Rijk verhaalt de kosten van het fonds maximaal op de NAM. Bij tegenwerking procederen we door tot aan de hoogste rechter.
  3. Toekomstperspectief bieden. Er is voor miljarden winst behaald uit de gaswinning, terwijl investeringen achterbleven. Daarom wordt naast het fonds voor wijkvernieuwing en leefbaarheid geïnvesteerd in de sociaaleconomische toekomst van Groningen. Bestrijding van ongelijkheid, investeren in een duurzame economie en het scheppen van werkgelegenheid vormen daaronder de pijlers.

Er wordt verantwoording afgelegd. Er komt een breed opgezette parlementaire enquête, het zwaarste middel dat de Tweede Kamer kan inzetten om haar controlerende taak uit te oefenen. Zij doet onderzoek naar de periode vanaf 1960 tot heden. Naar de rol van de oliebedrijven, de overheid, toezichthouder en politiek. Naar het onverdedigbare besluit om 53 miljard kuub te winnen in 2013 en het mislukken van de schadeafhandeling en versterking en de rol van de NAM daarbij. Ook de financiële afspraken tussen het Rijk en de oliebedrijven worden geanalyseerd. Over al deze zaken wordt onder ede verantwoording afgelegd.

Portret: Dennis, 48 jaar

“Eerst de mensen, dan de stenen”

 

Dennis, 48 jaar, woont in ‘t Zandt, Groningen.

 

“Reeds vijf jaar zit ik in het proces van sloop-nieuwbouw, betreffende de aardbevingsproblematiek in de provincie Groningen. Dit brengt veel ongenoegen met zich mee bij de Groningers en trekt echt een zware wissel op je leven. We hebben te maken met lange processen en veel ongelijkheid. Daarom is het belangrijk dat er geld naar de provincie komt, en dat alles vanaf nu zorgvuldig wordt gedaan.

Voor de toekomst van Groningen is het van groot belang dat er geïnvesteerd wordt in het gebied. Dat de Groningers weer veilig en gelukkig kunnen leven. Investeer in werk, wonen, toerisme en leefbaarheid. Creëer een duurzame verbetering van het toekomstperspectief in Groningen.

Bundel daarom de krachten van inwoners, organisaties, bedrijven en overheden. Juist nu, in deze roerige tijden, is die samenwerking ontzettend belangrijk.”

Investeren in elke provincie

De PvdA investeert in jouw regio!

De helft van Nederland woont in de regio. Sommige regio’s groeien als kool, anderen zien steeds meer mensen verhuizen. De uitdagingen zijn verschillend, maar een ding is overal hetzelfde: provincies en gemeenten hebben te weinig geld om deze aan te kunnen. Als er niks gebeurt, heeft het kabinet de bedrijven gered en de gemeenten failliet laten gaan. Dat moet anders.

Wij vinden dat gemeenten voldoende geld moeten krijgen om hun Rijkstaken te kunnen uitvoeren. Meer geld en stabiele financiering zorgen ervoor dat wijkcentra, de lokale bibliotheek, het zwembad en de school openblijven. Investeren in gemeenten is investeren in goede voorzieningen voor 17 miljoen mensen. Dit verkiezingsprogramma barst van de plannen waar jouw regio van profiteert. Daarnaast investeren we extra in specifieke projecten in jouw regio.

Klik op de afbeelding hieronder om onze investeringen in jouw provincie te bekijken.

 

Delen: