3.1 Fors investeren in onderwijskwaliteit en kansengelijkheid
Onze keuzes:
Fors investeren in onderwijs
Het fundament van ons schoolsysteem is niet op orde. Het onderwijs wordt steeds slechter en de ongelijkheid neemt al jaren toe. Om hierin verandering te brengen investeren we fors in het onderwijs, van voorschool tot en met vervolgonderwijs. Zo bereiken we goed onderwijs, gelijke kansen en een sterke kenniseconomie.
Investeren in onderwijspersoneel
Het lerarentekort is een bedreiging voor het onderwijs. Omdat de tekorten vaak groter zijn op plekken met meer kans op leerachterstanden, zorgen de tekorten voor meer ongelijkheid. Met name in het basisonderwijs zijn de tekorten schrikbarend. Daarom investeren we structureel extra in leraren, schoolleiders en ondersteunend onderwijspersoneel.
We dichten de loonkloof tussen het onderwijspersoneel
Leraren in het basisonderwijs en speciaal onderwijs verdienen minder dan hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Dat is gek, want het werk is van evenveel waarde. De loonkloof zorgt voor een groter lerarentekort in het basisonderwijs en speciaal onderwijs. Wij willen dat dit onderwijspersoneel even goed wordt betaald als hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Eén wet voor het funderend onderwijs zorgt ervoor dat basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs beter op elkaar worden aangesloten.
Meer ontwikkeltijd en kleinere klassen
Een leraar die goed les wil geven moet zich goed kunnen voorbereiden. Daarvoor willen we leraren meer ontwikkeltijd geven. Ook komen er kleinere klassen zodat ieder kind voldoende aandacht krijgt.
Extra investeringen op de plekken waar kinderen het onderwijs het hardste nodig hebben
Voor gelijke kansen is het van belang dat we ongelijk durven te investeren.
De afgelopen jaren zijn de middelen voor het bestrijden van achterstanden met tientallen miljoenen teruggebracht. Wij willen extra investeren op de plekken waar kinderen het onderwijs het hardste nodig hebben, omdat ze minder mee krijgen van thuis. Scholen met veel leerlingen die een grotere kans lopen op achterstand krijgen meer ondersteuning. Leraren op deze scholen verdienen een betere beloning aangezien vaak ook meer van ze wordt gevraagd. Zo zorgen we ervoor dat de beste leraren voor de klassen staan die ze het hardste nodig hebben. Ook de plekken waar er meer schaarste is aan leraren, in bijvoorbeeld steden en in krimpregio’s, krijgen leraren een extra toelage.
Rijksacademie voor leraren
Toekomstige leraren verdienen de beste opleiding. Te veel startende leraren vallen al in de eerste paar jaar uit. Om het aanzien van het vak te vergroten heeft straks elke lerarenopleiding het predicaat uitstekend. We gaan versnippering in het pabo-onderwijs tegen en investeren in betere lerarenopleidingen, onder andere door het oprichten van een rijksacademie voor leraren. Het Rijk betaalt de opleiding tot leraar, mits docenten daarna minstens vijf jaar in het onderwijs werkzaam zijn – vergelijkbaar met defensie en politie. Dit geldt ook voor een lerarenopleiding als tweede studie. Startende docenten krijgen betere begeleiding. Elke leraar houdt het permanente recht om zich bij te scholen.
Investeren in schoolleiders
Goede schoolleiders zorgen voor beter onderwijs. We investeren in het aantrekken, opleiden, belonen en ondersteunen van schoolleiders.
Zij-instroom in het lerarenberoep wordt makkelijker en aantrekkelijker
Het lerarenbegroep moet makkelijker en aantrekkerlijker worden gemaakt. Dat kan door de opleiding beter aan te laten sluiten bij eerder verworven competenties en door het wegnemen van financiële belemmeringen. Er wordt meer tijd vrij gemaakt om startende leraren goed te begeleiden op school.
Extra investeringen in het onderwijs gaan gepaard met hogere verwachtingen van het onderwijs
De kwaliteit van het onderwijs moet omhoog en kinderen moeten meer gelijke kansen krijgen. Schoolbesturen gaan meer doen om het onderwijs op hun scholen te verbeteren, boven de minimumnorm waar de Inspectie haar oordeel voldoende op baseert.
Transparantie over onderwijskwaliteit en de besteding van onderwijsmiddelen
Om te kunnen bijsturen krijgt de Inspectie voor het Onderwijs een sterkere positie. De Inspectie kan straks de besteding van geld door scholen beter beoordelen. Ze kan ook sneller ingrijpen. Binnen het budget voor onderwijs wordt geld bestemd voor o.a. onderwijzend personeel, onderwijsachterstanden en zorgleerlingen beter geoormerkt, zodat het niet aan overbodige overhead wordt uitgegeven. Het oppotten van onderwijsgeld door schoolbesturen in onnodige reserves moet stoppen.
Portret: Iris, 47 jaar
3.2 Vroeg beginnen
Onze keuzes:
Gratis kinderopvang
Alle jonge kinderen (nul tot vier jaar) krijgen gratis toegang tot publiek gefinancierde kinderopvang met goed opgeleide pedagogische medewerkers. Hier kunnen ze de hele dag terecht, ongeacht wat hun ouders doen.
Einde marktwerking kinderopvang
Kinderopvang wordt net als basisscholen een publieke voorziening zonder winstoogmerk. Het geld dat erin gaat is bestemd voor de ontwikkeling van kinderen. Er mag geen winst in de zakken belanden van aandeelhouders van commerciële kinderopvangorganisaties.
Een brede school voor ieder kind
Scholen mogen zelf kinderopvang aanbieden of werken samen met publiek gefinancierde kinderopvangorganisaties. School, kinderopvang, buitenschoolse activiteiten en brede talentontwikkeling vormen samen brede scholen. Door naast onderwijs en kinderopvang ook vrijetijdsbesteding, ontspanning, sport en cultuur te bieden, krijgen alle kinderen de mogelijkheid zich optimaal te ontwikkelen. Bij deze brede scholen kan op termijn ook de onderbouw van het voortgezet onderwijs komen, zodat er ook later wordt geselecteerd.
Einde kinderopvangtoeslag
Portret: Aldert, 38 jaar
3.3 Ieder kind kan meedoen
Onze keuzes:
Aanpak armoede onder kinderen
In Nederland groeit één op de negen kinderen op in armoede. Dat zijn duizenden klassen vol. Vaak hebben ze geen schoolreisje, geen sport, geen muziekles, geen bijlesklas of kunnen ze hun verjaardag niet vieren. Sommige kinderen gaan zonder ontbijt naar school. Dat is onverteerbaar. Daarom doen wij meer tegen armoede onder kinderen. We stellen een maximum aan de – alleen in naam vrijwillige – ouderbijdrage. We geven gemeenten en scholen meer geld voor armoedebestrijding onder kinderen. En we steunen lokale initiatieven, samen met gemeenten, scholen, consultatiebureaus en maatschappelijke partijen als Stichting Leergeld, het Jeugdsport- en cultuurfonds, Stichting Jarige Job en tal van andere lokale initiatieven de strijd met kinderarmoede aan te gaan. Zie hoofdstuk 1.
Voldoende financiering voor digitalisering van het onderwijs
We willen dat financiële middelen ter beschikking worden gesteld waarmee de kosten worden gedekt voor de aanschaf van voldoende digiborden, een eigen device per leerling vanaf groep 4 en waarmee benodigde digitale lesmethoden kunnen worden vergoed.
Meer muziek, cultuur en sport
Op iedere school komt meer ruimte voor muziek, cultuur en sport, door goed opgeleide vakleerkrachten. Ieder kind komt ermee in aanraking. Dit wordt publiek gefinancierd.
Bijles niet afhankelijk van je portemonnee
Dure bijlessen vergroten de ongelijkheid. Alle kinderen die extra onderwijs, huiswerkbegeleiding of coaching in studievaardigheden nodig hebben, moeten dat via school kunnen krijgen. Scholen ontvangen hiervoor extra middelen.
Een plek voor ieder kind
Ieder kind heeft het recht om naar school te gaan. Nederland telt echter vele duizenden “thuiszitters”. Wij willen dat ons onderwijs echt inclusief is en dat er voor elk kind een goede plek is op school. Passend onderwijs, waarbij ieder kind de juiste ondersteuning krijgt, moet het streven blijven, maar gaat nu teveel gepaard met verhoging van de werkdruk in het onderwijs. Om daar iets aan te doen willen we investeren in passend onderwijs en jeugdzorg en de aansluiting tussen onderwijs en jeugdzorg verbeteren. Geld voor zorgleerlingen moet ook echt bij zorgleerlingen terecht komen. We leggen vast welk niveau van basisondersteuning minimaal nodig is om kinderen te begeleiden in hun specifieke behoeften, zoals taal– en rekenachterstanden, gedragsstoornissen, dyslexie, sociaaleconomische omstandigheden en hoogbegaafdheid. Daar waar de bestaande voorzieningen geen passend aanbod kunnen bieden wordt maatwerk geboden op individuele basis.
Geen segregatie op school
School is niet alleen een plek waar je leert, maar ook een plek waar je elkaar ontmoet en leert samenleven. Welke boodschap geven we onze kinderen mee als we ze apart naar school laten gaan? De segregatie in ons onderwijs neemt al jaren toe. We zien scholen waar problemen zich opstapelen en scholen waar het tegenovergestelde gebeurt. De categoralisering van ons onderwijs versterkt dit effect. Je afkomst mag niet meer bepalen waar je naar school gaat en tot welk netwerk je toegang krijgt. Schoolbesturen gaan meer doen om segregatie tegen te gaan en gemeenten krijgen de bevoegdheid dit af te dwingen. Sturen op onderwijshuisvesting, een transparant aannamebeleid, extra investeren in scholen met kinderen die de hulp het meest nodig hebben, een maximum aan de ouderbijdrage en brede schoolgemeenschappen kunnen hierbij helpen.
Burgerschap belangrijker maken
Goed onderwijs is veel meer dan alleen maar scholing van cognitieve kennis. De jaren op school vormen ook een periode waarin je je eigen identiteit ontwikkelt in relatie tot anderen. Op school leer je je te ontwikkelen tot wereldburger. Daarom is het noodzakelijk dat het curriculum ook voldoende aandacht schenkt aan wie je bent in relatie tot een ander. Zo worden kinderen weerbaar en voorkom je pestgedrag. Voor het aanpakken van maatschappelijke problemen als racisme, discriminatie en uitsluiting, is het noodzakelijk dat burgerschap belangrijker wordt in het onderwijscurriculum. Ook de fundamenten van onze democratische rechtstaat gebaseerd op vrijheid van meningsuiting zijn onderdeel van het onderwijscurriculum. Burgerschapsonderwijs wordt een belangrijker criterium bij het beoordelen van scholen door de onderwijsinspectie.
Gelijke kansen in de grondwet
Niet alle scholen bieden alle kinderen de kansen die ze verdienen. Sommige scholen keren zich tegen universele waarden als de gelijkheid van man en vrouw, van homo en hetero. Sommige kinderen zitten thuis en worden op geen enkele school toegelaten. Ons ideaal, dat het niet mag uitmaken waar je vandaan komt voor wie je later wordt, komt zo in gevaar. Wij willen het belangrijke artikel 23 van de Grondwet – dat de vrijheid van onderwijs regelt– daarom aanpassen. Niet langer de belangen van de school, maar die van het kind staan daarin centraal. Het nieuwe artikel 23 is duidelijk: ieder kind heeft recht op onderwijs en kan elke school kiezen. Scholen hebben de plicht om kinderen te accepteren. Kinderen mogen niet geweerd worden op basis van hun geloof, zorgbehoefte of inkomen van hun ouders.
3.4 Onderwijs als springkussen, niet als sorteermachine of hindernisbaan
Onze keuzes:
Het moment dat wordt bepaald welk schoolniveau je aan kan, schuift met twee jaar op.
Pas na de tweede klas van de middelbare school krijgt een leerling een definitief schooladvies. Het uitstellen van het selectiemoment zorgt ervoor dat kinderen meer tijd krijgen zich te ontwikkelen en langer bij elkaar in de klas zitten. Het vraagt wel van leraren dat ze elk kind het onderwijs bieden op het niveau dat het beste bij hem of haar past.
Gedifferentieerd lesgeven op basisschool en in brede brugklassen
Elk kind, van moeilijk lerend tot hoogbegaafd, verdient het onderwijs dat hij of zij nodig heeft. Lerarenopleidingen moeten beter toegerust worden om leraren hierin te scholen. De Inspectie heeft een belangrijke taak om erop toe te zien dat kinderen het onderwijs krijgen dat zij nodig hebben.
Maatwerkdiploma’s
Het onderwijs kijkt straks meer naar wat kinderen wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. Via een maatwerkdiploma leggen kinderen voor vakken waarin ze goed zijn examens op hoger niveau af. Daarmee komt ook een hogere vervolgopleiding dichterbij. Vervolgopleidingen maken vooraf duidelijk welk vakkenpakket op welk niveau toegang verschaft en verbinden daar geen aanvullende voorwaarden aan.
Een gemiste kans is nooit een laatste kans
Een gemiste kans is nooit een laatste kans. Opstromen, doorstromen, diploma’s stapelen en op latere leeftijd de opleiding vervolgen moet makkelijker worden. Reiskosten mogen daarbij geen belemmering vormen. Ook zomerscholen en extra lestijd op school helpen om opgelopen achterstanden in te halen.
Geen kind zonder startkwalificatie van school
Voor heel veel kinderen verloopt de overgang van het vmbo naar het mbo soepel. Maar voor nog te veel kinderen, met name van vmbo-basis en -kader, is de overgang naar het mbo lastig en bestaat het risico op uitvallen. Als kinderen uitvallen verlaten zij zonder startkwalificatie het onderwijs. Dat is ongewenst. Wij maken het mbo en het vmbo gezamenlijk verantwoordelijk voor een soepele overgang tussen beide soorten onderwijs. Praktijkvoorbeelden laten zien dat dit goed mogelijk is.
Elke leerling verlaat het onderwijs met goede lees-, reken- en schrijfvaardigheden
In het basis- en voortgezet onderwijs komt meer aandacht voor taal en krijgen leerlingen extra ondersteuning als zij dat nodig hebben. Er komen duidelijkere taaleisen voor het onderwijs waarop scholen steviger worden gecontroleerd.
Groot offensief tegen laaggeletterdheid, voor jongeren en volwassenen
Anno 2020 zijn meer dan twee miljoen mensen in ons welvarende land officieel laaggeletterd en een kwart van de vijftienjarigen kan niet voldoende lezen en schrijven. Met een groot offensief tegen laaggeletterdheid zorgen we dat iedereen kan meedoen in een steeds meer digitale informatiesamenleving. Scholen krijgen de middelen om voor een breed aanbod van boeken te zorgen, zodat zij een schoolbibliotheek kunnen inrichten. Ook komen er meer betaalbare en laagdrempelige taallessen voor volwassenen.
Zorgvuldige invoering
3.5 Vervolgonderwijs voor iedereen
Onze keuzes:
Herinvoering van de basisbeurs
Jongeren hebben nu te maken met veel prestatiedruk en onzekerheid. Velen hebben onzeker werk en ook minder kans op een betaalbaar huis. Wij willen voorkomen dat jongeren al aan het begin van hun werkzame leven worden opgezadeld met een hoge schuld. Daarom voeren we de basisbeurs weer in. We halen het geld voor de herinvoering niet uit de onderwijsbegroting. Dit doen we in combinatie met een progressiever belastingstelsel, met een toptarief van 60 procent voor de hoogste inkomens (zie hoofdstuk 1). Mensen die veel profijt hebben van hun opleiding gaan zo achteraf meer bijdragen in plaats van vooraf schulden maken. Voor de generatie die geen basisbeurs heeft gekregen, komt er compensatie. De extra investeringen in het onderwijs en de uitbreiding van de aanvullende beurs blijven overeind. We willen dat ook kinderen van ouders met een middeninkomen van de aanvullende beurs gebruik kunnen maken, door het afbouwpercentage te verlagen.
Een einde aan de prestatiedruk
Het studentenwelzijn gaat omhoog door een vroege signalering van problemen, meer vertrouwenspersonen en een meer actieve houding van onderwijsinstellingen.
Stagegarantie voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs
Te vaak lopen studenten vast in hun studie doordat zij geen stageplaats kunnen vinden. Ook zien we dat racisme en discriminatie te vaak een rol spelen bij het niet kunnen vinden van een stageplek. Elke jongere heeft recht op een goede stageplaats en het mag niet zo zijn dat studies door een tekort aan stageplaatsen niet kunnen worden afgerond. Opleidingen zijn verantwoordelijk voor voldoende stageplaatsen en maken daarover goede afspraken met bedrijven. Er moeten meer stageplaatsen voor mbo-studenten worden aangeboden bij overheidsinstanties en bedrijven waarmee de overheid samenwerkt.
Stagebemiddeling
Een stagebemiddelingspunt zorgt voor een goede match tussen leerlingen en bedrijven. Elke onderwijsinstelling richt een stagebemiddelingspunt in, een brug tussen scholen en bedrijven. Dit houdt goed zicht op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.
Extra geld voor achterstandsleerlingen in het mbo
Mbo-instellingen krijgen meer geld voor leerlingen uit achterstandssituaties. Met bijvoorbeeld extra onderwijsaanbod of zomerscholen tillen zij de leerlingen naar een hoger niveau.
Investeren in beroepsbegeleidende leerweg
Leerbanen bieden nu plek aan ruim 100.000 mbo’ers. Dit zijn belangrijke banen waarin studenten bijvoorbeeld als lasser, monteur of verpleegkundige kunnen leren en werken tegelijk. We investeren extra in deze beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Vakscholen
Goed beroepsonderwijs komt tot stand bij goed contact tussen student en docent. Wij streven daarom naar kleinschalige, prettige en veilige leeromgevingen. En naar werkscholen, vakscholen en bedrijfsscholen waarin de opleiding tot vakman of vakvrouw centraal staat. Het mkb staat om deze mensen te springen.
Investeren in hoger onderwijs
De bekostiging van het hoger- en wetenschappelijk onderwijs is doordrenkt van rendementsdenken. We halen de perverse volumeprikkels eruit. Een van deze prikkels is het publish or perish, ofwel het sturen op output- indicatoren zoals publicaties. Wij vinden dat wetenschappers zich moeten kunnen zich ontwikkelen in meerdere kerndomeinen van de wetenschap, te weten onderzoek, onderwijs, impact op de samenleving, leiderschap en samenwerking,en hiervoor ook gewaardeerd en beloond moeten worden. De huidige eenzijdige nadruk op output-indicatoren (van vooral onderzoek) staat hier haaks op. Ook in de financiering van het onderwijs bestaan nu nog te veel prikkels om zoveel mogelijk internationale studenten in de collegebanken te proppen, hetgeen weer ten koste gaat van de kwaliteit van hoger onderwijs. Er wordt fors meer geïnvesteerd in de kwaliteit van het hoger- en wetenschappelijk onderwijs. We willen de trend keren waar wetenschappers met onzekere aanstellingen moeten woekeren met hun tijd tussen onderzoek en onderwijs. Daarom stellen we gerichte investeringen voor: een vast bedrag voor alle universiteiten dat geoormerkt is voor meer vaste aanstellingen en een vaste onderzoeksvoet voor wetenschappers in hun aanstellingen zodat ze minder afhankelijk worden van de onzekere tweede geldstroom. Daarbij komt er een eerlijke verdeling tussen bèta-techniek, de alfa- en gammastudies en medische wetenschappen. Extra geld voor technische studies mag niet leiden tot minder budget voor studies binnen andere wetenschappelijke domeinen. We willen af van de publicatiedrift en meer geld vrijmaken voor fundamenteel onderzoek.
Meer inspraak
Studenten en jongeren kunnen prima meebeslissen over hun studie en huisvesting. Daarom krijgen ze meer inspraak in het vervolgonderwijs.
Meldpunt voor seksuele intimidatie en discriminatie
3.6 Leren houdt nooit op
Onze keuzes:
Iedere werkende krijgt scholingsrecht
De werkgever wordt verplicht te zorgen dat werknemers brede en waardevolle scholing krijgen die zoveel mogelijk gekwalificeerd is (zie hoofdstuk 1).
Openstellen scholen en universiteiten voor volwassenenonderwijs
Onderwijsinstellingen in middelbaar en hoger onderwijs zijn onvoldoende ingericht om mensen ook op latere leeftijd om of bij te scholen. Hoge instellingstarieven werpen voor oudere studenten drempels op. Beroeps- en kennisinstellingen gaan een grotere bijdrage leveren aan een leven lang leren. Daarvoor krijgen ze geld en middelen van de overheid. Op universiteiten en hogescholen, met uitzondering van particuliere instellingen, gaat het wettelijk collegegeld tarief ook gelden voor mensen die al eerder een opleiding hebben afgerond. Naar school gaan is na je dertigste straks net zo makkelijk als daarvoor.