Jos van Eijndhoven

Verhalen

Jos van Eijndhoven

De komende weken neem ik jullie mee door een tocht, kris, kras door het land. Het uitgangspunt voor deze tocht is het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid, ‘een verbonden samenleving’. Sommige paragrafen in het verkiezingsprogramma begrijp ik niet: gedetailleerde beleidsmaatsregelen in het sociale of fiscale domein gaan me boven de pet. Ik heb daar geen verstand van, geen inzicht in… Maar met de centrale thema’s van het programma kan ik wel uit de voeten: verbondenheid, spanningen in de samenleving, macht, onmacht en tegenmacht. Dat zijn maar begrippen die pas betekenis krijgen in de verhalen, in de ergernissen, in de inzichten en dromen van mensen. Die verhalen zal ik optekenen tijdens mijn tocht.

Laten we beginnen in Noord Brabant. In die provincie is sprake van een economisch wonder. De streek tussen Tilburg, Eindhoven en Helmond geldt als een van de meest welvarende en rijkste regio’s in de Europese Unie. Symbool van die ontwikkeling is Brabantse ondernemer Wim van de Leegte. Hij stampte in enkele decennia een industrieel congrlomeraat uit de grond. Hij redde de autofabriek Nedcar in het Limburgse Born van de ondergang. Zakelijk inzicht in combinatie met een Brabantse manier van samenwerken en onderling vertrouwen vormden de basis voor dit succes, vertelde van de Leegte aan wie het horen wilde. Het industriële familiebedrijf VDL is actief in 89 werkmaatchappijen, met in het totaal 13.000 werknemers.

De Brabantse manier van samen werken en onderling vertrouwen vormt de sleutel voor het succes. Als dat zo is moet je die elementen ook elders in Brabant tegenkomen. Neem een gewoon dorp, Liempde, met 4500 inwoners, zuidelijk van ’s Hertogenbosch en ten noorden van Eindhoven. In het dorpscentrum, aan de Barierweg, tegenover de muziektent, is de bakkerij van Jos van Eijndhoven (64) en zijn vrouw Ien. Het is traditioneel bedrijf, met een winkel aan de voorkant, het woonhuis en de bakkerij daar achter. De bakkerij is bekend tot in de wijde omgeving; dertig procent van zijn klanten komt van buiten Liempde. “Voor goed en  ambachtelijk gebakken brood,” vertelt bakker Jos in de bakkerij, “zijn er altijd klanten. Het is maar hoe je wilt werken. Voor mij is de bakkerij mijn hobbyruimte. Ik vind het heerlijk om met eerlijke en goede grondstoffen een mooi product te maken. Lekker brood is niets anders dan meel of bloem, gist, water, wat zout, wat suiker, een beetje boter en verder veel tijd, inzicht, vakkennis en tijd. Het lijkt allemaal heel simpel, maar dat is niet zo.”

Wie brood in de supermarkt koopt, weet dat het gebakken is in industriële bakkerijen, of het brood wordt ‘afgebakken’ in de winkel. Een speciale geurmachine verspreidt de lucht van vergebakken brood, waardoor de kooplust van de klanten wordt opgewekt. De industriële bakkerijen leveren aan supermarkten, die op hun beurt de hele keten van boer tot consument in hun greep hebben. Om het brood altijd van dezelfde kwaliteit te laten zijn, worden de grondstoffen, het bakmeel, uit het buitenland geïmporteerd en aangevuld met broodverbeteraars, enzymen, vetten en suikers. Worstenbrood, een Brabantse specialiteit, in de supermarkt, blijft acht weken goed. Dat kan alleen omdat het vol zit met bewaarmiddelen en broodverbeteraars.

De bakker heeft zijn zorgen over de gevolgen van liberalisering in de landbouw. Onder die harde marktwerking hebben teveel koeien- en varkensboeren gekozen voor investeringen met schaalvergroting, overproductie en zware leningen en dalende prijzen tot gevolg. Bovendien wordt het milieu en de volkgezondheid zwaar belast… “Veel boeren leggen het loodje en geven hun bedrijf op,” verzucht de bakker. “Schuren staan leeg… En wat doe je dan? Brabant heeft een probleem hoor.”

Maar vertelt met trots en overtuiging vertelt hij dat hij een andere weg heeft gekozen. “Ik doe mijn leven lang al aan wat nu duurzaamheid wordt genoemd. Ik kies voor bakmeel en bloem van bij ons, van een Zeeuws akkebouwbedrijf, de Tarwecirkel, van Leon de Winter uit Kwadendamme. Samen met zijn vader, Rinus, heeft Leon net zo lang gezocht tot hij een tarwesoort vond, die het goed doet op de Zeeuwse klei. Het is een schitterend product, met liefde en zorg voor natuur en landschap geteeld. Leon levert het meel zelf af en vaak komt zijn oude vader nog mee.”

“Ik hoef nauwelijks zout te gebruiken,” zegt bakker Jos terwijl hij ons zijn ovens laat zien, “zo goed is ons meel en bloem. Het brood heeft vanzichzelf al genoeg smaak. Dat is uitzonderlijk en Zeeland zou eens een beetje trots moeten zijn op zulke producten. Het meeste graan wat in Nederland geteeld wordt, is bestemd voor veevoer. Het is zo dom. Je kunt bet bakmeel in Nederland telen, maar dat moet je dan doen met de ziel, de kennis en het doorzettingsvermogen van Leon de Winter. Weet dat de omstandigheden buiten en dus ook in de bakkerij iedere dag anders zijn. Het maakt heel wat uit of het zomers warm is, of zoals nu koud en regenachtig. Het rijzen in de zomer is soms in drie en een half uur klaar; in de winter heb je soms vier uur en een kwartier nodig, ook al is het in de bakkerij altijd even warm. Dat vraagt dezelfde aandacht en zorg die ook de boer opbrengt voor zijn baktarwe. Voor mij blijft het steeds zo mooi on te doen: met eenvoudige middelen een mooi brood maken.”

Jos is in 1975 bij zijn vader in de bakkerij begonnen, nadat hij zijn middenstandsdiploma had gehaald. “Ik heb het vak van mijn vader geleerd. Eén van zijn lessen heb ik altijd goed onthouden. Mijn vader zei: Je weet veel, als je weet wat je niet weet. Anders gezegd, verkondig niet over zaken waar je geen verstand van hebt. Ik mag gerust zeggen dat ik verstand van brood heb maar over brood wordt er zoveel onzin verkondigd. Dat brood plotseling ongezond is. Weet je, als Ien en ik in Amsterdam zijn, dan zie je mensen de hele dag door eten. Bijna de helft van de Nederlandse bevolking is te dik; 12 % van de bevolking is gevaarlijk dik. Dat heeft weinig te maken met een gezonde boterham, hoor.”

Bakker Jos heeft er lol in om ’s morgens vroeg op te staan en aan het werk te gaan in de ruime bakkerij. Hij is actief betrokken bij het verenigingsleven in het dorp en tegenslag draait hij om in positieve kracht. Hij neemt me mee naar de keuken van het huis en we drinken koffie met zijn vrouw Ien, die ondertussen met de boekhouder in de slag is. Daarna gaan we naar de winkel, die onbereikbaar is. De lokale aannemer en stratenmaker Jan van den Boomen is met man en macht aan het werk om het hele dorpscentrum van nieuwe riolering en bestrating te voorzien, een heidense klus.

Je zou verwachten dat de bakker, de slager en andere ondernemer aan het plein zich zouden beklagen over de opgebroken straten en slecht bereikbare winkels. Maar dat is niet het geval, wel integendeel. Jos en Ien van Eijdnhoven maken er het beste van. Ze hebben een groot, opvallend geel spandoek laten maken en boven de winkel gehangen: “Jan van den Boomen zit aardig in de weg, en de weg naar de bakker ligt open. U bent van harte welkom.” Bakker Jos : “Je kunt je verzetten tegen zoiets maar het werk moet toch gebeuren. Dus kun je het ook met een knipoog en een glimlach oplossen. Zo steunen we elkaar hier. Elke week bak ik worstenbrood en breng op donderdag naar de keet, als de jongens koffiepauze hebben. Zo houd je begrip voor elkaar, en weet je elkaar te vinden. Ja, en dan pikt het Brabants Nieuwsblad zoiets op en besteedt er reportage aan van een halve pagina met een foto. Een betere reclame kunnen Jan van de Boomen en wij ons niet indenken.”

En zo zijn we terug bij de Brabantse manier van samenwerken. Elkaar wat gunnen, elkaar een beetje helpen, samenwerken, en met een glimlach er het beste van maken.

Delen: