Op deze pagina vind je alles over de verkiezing van de nieuwe partijvoorzitter van de PvdA.
De kandidaten voor het voorzitterschap van de Partij van de Arbeid zijn bekend!
Op vrijdag 1 oktober wordt bekend welke kandidaat door de leden van de PvdA is verkozen als nieuwe voorzitter. Op deze pagina vind je alles over alle kandidaten, de stemprocedure, wanneer de debatten zijn en hoe jij deze kunt bijwonen of terugkijken.

De planning en de kandidaten
De voorzitter wordt gekozen door de leden van de PvdA via een ledenraadpleging.
Leden worden per mail uitgenodigd om hun stem uit te brengen. Er worden ook verschillende debatten georganiseerd waarin kandidaten hun plannen kunnen delen. Onderstaand vind je de landelijke georganiseerde voorzittersdebatten, overige debatten vind je in de activiteitenkaart.
Planning
- Zondag 12 september - landelijk voorzittersdebat in Eindhoven - Kijk terug
- Maandag 13 september - landelijk voorzittersdebat in Leiden - Kijk terug
- Woensdag15 september - landelijk voorzittersdebat: Apeldoorn - Kijk terug
- Woensdag 15 september - donderdag 30 september 12.00 uur: Ledenraadpleging voorzitter PvdA
- Vrijdag 1 oktober: bekendmaking uitslag voorzittersverkiezing
- Zaterdag 2 oktober: Politieke ledenraad/congres, benoeming nieuwe voorzitter.

Frank van de Wolde
'Samen Voorwaarts - bouwen aan een sterke linkse beweging'
Een sterk sociaal, inclusief en groen geluid is keihard nodig. Daarom ben ik voorvechter van een fusie met GroenLinks. Ik ben uitgesproken links-progressief en zet in op verjonging van de partij. Ik wil de ledendemocratie versterken en de verouderde partijorganisatie vernieuwen.
Woonplaats: Utrecht
Leeftijd: 29
Huidige functie: manager bij Boer & Croon
Bekijk de pitch van Frank
Bekijk de campagnevideo van Frank

Taco Kuiper
'Veel werk aan de winkel, maar het kan'
Ruim 40 jaar lid van de PvdA. Actief geweest als raadslid en wethouder in Zoetermeer. Getrouwd, vader van 3 kinderen (23-28) en ruim 30 jaar ervaring als manager van projecten, programma’s en als ondernemer. Het is tijd om op te staan, de partij te vernieuwen en weer sterk te maken!
Woonplaats: Zoetermeer
Leeftijd: 58
Huidige functie: Senior Projectmanager Energietransitie
Bekijk de pitch van Taco
Bekijk de campagnevideo van Taco

Ger Rolsma
'Het geluid van de leden moet weer naar de top'
Een goede voorzitter moet verbinden. De partij wordt nu teveel geregeerd van boven naar beneden. Ik wil het geluid van de leden weer hoorbaar maken bij de top. Er is een totaal deltaplan nodig om de partij te democratiseren. Daar wil ik fulltime voor gaan.
Woonplaats: Amsterdam
Leeftijd: 61
Huidige functie: ad interim directeur-bestuurder
Bekijk de pitch van Ger
Bekijk de campagnevideo van Ger

Pieter Paul Slikker
'Voor een moderne volkspartij die weer kan winnen'
Een scherpe sociaal politieke koers. Een stevig plan voor partijvernieuwing met de leden. Het lef en de betrokkenheid van een nieuwe generatie. Gedurfde campagnes. Dat is wat onze prachtige partij nodig heeft. Zodat we de sociaaldemocratie klaarstomen voor de nieuwe tijd.
Woonplaats: 's-Hertogenbosch
Leeftijd: 40
Huidige functie: fractievoorzitter Den Bosch, behartigt belangen pakketbezorgers, strategie & communicatie BrabantStad
Bekijk de pitch van Pieter Paul
Bekijk de campagnevideo van Pieter Paul

Esther-Mirjam Sent
'Links met lef'
Een sterke PvdA maakt Nederland eerlijker. Als voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie leidde ik de grootste club ooit die van onze idealen, linkse plannen maakte. Als voorzitter van onze partij wil ik de kracht van onze leden ontketenen. Voor een sociale en duurzame toekomst.
Woonplaats: Nijmegen
Leeftijd: 54
Huidige functie: Eerste Kamerlid & hoogleraar economie
Bekijk de pitch van Esther-Mirjam
Bekijk de campagnevideo van Esther-Mirjam

Gerard Bosman
'Voor herstel van vertrouwen, ga met mij samen Linksom!'
Ik stel mij kandidaat als partijvoorzitter van de Partij van de Arbeid voor echte, geloofwaardige verandering. Samen het onrecht bestrijden en de solidariteit herstellen. Met een echt links verhaal. Lees het in mijn boek, verkrijgbaar op mijn website! Ga samen met mij Linksom!
Woonplaats: Ridderkerk
Leeftijd: 65
Huidige functie: energiecoach
Bekijk de pitch van Gerard
Bekijk de campagnevideo van Gerard

Binnert de Beaufort
'Samen, voor iedereen'
Onze geschiedenis en leden vertellen het unieke verhaal van de sociaaldemocratie. Dat staat altijd in het teken van het algemeen belang. Dat verhaal wil ik als voorzitter, samen met de leden, vertellen. Om een sociale en leefbare toekomst voor onze kinderen te winnen.
Woonplaats: Hilversum
Leeftijd: 50
Huidige functie: docent schrijven en journalistiek bij de Hogeschool van Amsterdam
Bekijk de pitch van Binnert
Bekijk de campagnevideo van Binnert

Reshma Roopram
'Samen Sterker Vooruit!'
Een nieuw gezicht, een vernieuwde aanpak om weer te bouwen aan een krachtige, solide & koersbepalende vereniging met haar wortels in de gehele samenleving. Om te strijden voor een sociaal, duurzaam, eerlijk & rechtvaardig land, daar waar Nederland naar snakt.
Woonplaats: Barendrecht
Leeftijd: 43 jaar
Huidige functie: wethouder jeugd, zorg, welzijn en volksgezondheid Barendrecht
Bekijk de pitch van Reshma
Bekijk de campagnevideo van Reshma
Stellingen
Alle acht kandidaten hebben verschillende stellingen ingebracht en aan elkaar voorgelegd. Zo kan jij een beter inzicht krijgen in wat ze belangrijk vinden en waar zij staan op verschillende onderwerpen. Hier vind je hun stellingen en antwoorden.
Niet campagnetrucjes, maar terug naar de inhoud zorgt ervoor dat we weer verkiezingen gaan winnen.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
Tuurlijk moet de politieke inhoud goed zijn. De hamvraag is: wat en hoe dan? Want we zijn inhoudelijk. Ons verkiezingsprogramma was drie keer zo lang als die van de SP. Onze kamerbijdragen zijn constructief. We worden geroemd om onze bestuurders. Aan “inhoud” geen gebrek.
Wel dienen we progressiever te zijn. En: meer kleur en feller inzetten op kernthema’s zoals klimaat, onderwijs, cultuur en volkshuisvesting. Dit zijn thema’s die voor jong en oud van groot belang zijn. Wij zijn helaas te onherkenbaar, terwijl we juist vanuit onze waarden zo’n sterk geluid op deze thema’s kunnen laten horen!
Tenslotte is het onzin om te doen alsof vorm er niet toe doet. Net als persoonlijkheid en leiderschap. Dat afdoen als “campagnetrucjes” is flauw. De beste leraar was niet per se de leraar die het meeste wist – maar juist de leraar die je wist te boeien en die er voor je was.
Eens. Campagnetrucjes kunnen misschien op de korte termijn wat stemmen opleveren maar op de lange termijn holt dit onze partij uit omdat de mensen dan niet meer weten waar we voor staan.
Volstrekt eens. De inhoud staat altijd voorop. Zonder idealen geen PvdA. Maar zoals wij bij verschillende verkiezingen hebben gezien speelt de uitstraling en optreden van de lijsttrekker ook een belangrijke rol. Zijn of haar politieke optreden in Den Haag bepaalt in belangrijke mate het succes, blijkt uit onderzoek. Successen die we halen kunnen we veel meer naar buiten brengen. We zijn daar tot op heden veel te bescheiden in.
- Uitstraling en optreden landelijk lijsttrekker/politiek leider bepaalt in belangrijke mate succes – ook bij GR-verkiezingen. (Zie Bos, Cohen, Samsom, Merkel, Olaf Scholz)
- PvdA moet de eigen successen (gehaalde moties, beleid) op landelijk en gemeentelijk niveau veel duidelijker etaleren. Successen moeten gekoppeld worden aan de (sociaal-democratische) idealen en keuzes die daarachter liggen.
- Bij elk succes moet het voor de kiezer duidelijk zijn wie de afzender is en dat het uitmaakt dat de PvdA er zit.
Natuurlijk gaat het om de inhoud. Om onze belofte van een goed leven voor iedereen. Door de groeiende ongelijkheid en de toenemende tweedeling tegen te gaan. Want daar is de sociaaldemocratie voor. Onrecht bestrijden, kansen bieden en een brug slaan tussen groepen.
Dat betekent ook dat daar waar ons verhaal niet op orde is (of mensen ons onvoldoende vertrouwen) werk aan de winkel is. We moeten het debat voeren over klimaat en betaalbaarheid, over asiel en integratie, over de technologische revolutie. Wat is daarop ons antwoord?
We kunnen vaststellen dat hoe fraai ons verkiezingsprogramma ook was het niet meer opleverde dan negen zetels. Terwijl we een aantal maanden voor de verkiezingen nog op meer dan twintig zetels in de peilingen stonden. Het gaat om inhoud én campagne. Omdat politiek nu eenmaal gaat om idealen en om macht
Het winnen van verkiezingen begint bij een bevlogen en eerlijk verhaal. Denk aan de campagnes in 2019 van Frans Timmermans en in 2012 van Diederik Samsom. Te vaak redeneren we verkeerd om en beginnen we bij de strategie gebaseerd op opiniepeilingen. Voordat we nadenken over wát we willen vertellen. Voor mij is het duidelijk: we willen een eerlijke, duurzame en sociale wereld. In ons verkiezingsprogramma heb ik laten zien hoe we die idealen kunnen omzetten in linkse plannen.
Kiezers snakken naar ideeën, passie en visie. De PvdA is dé partij die de antwoorden voor de toekomst heeft. Het ging te veel over onszelf, te veel over het politieke spel en te weinig over welke toekomst we voor ons zien. Het vertrouwen van kiezers terugwinnen begint bij het compromisloos strijden voor hun toekomst. Zonder de lastige onderwerpen die voor hen belangrijk zijn – klimaat, gelijkheid en bestaanszekerheid – uit de weg te gaan.
Inhoud is inderdaad belangrijk. Dan moeten we die inhoud wel verbeteren. Met een groot verhaal vol met gedurfde ideeën. Ik heb als enige kandidaat daar een verhaal over geschreven. Ons verkiezingsprogramma heeft nog veel te weinig lef. Belangrijk is voorts vooral dat we doen wat we zeggen. Dat moet echt veel beter! Niet alleen als er verkiezingen zijn roepen dat beleid anders moet. Er is teveel lippendienst naar onze idealen.
Ik ben het helemaal eens met deze stelling. Maar dan moet die inhoud wel goed vertaald worden naar de campagne. En in die campagne zouden we wel wat meer durf mogen tonen. Laat de leden meer zien in de campagne. Hun verhalen vertellen het verhaal van de sociaaldemocratie. Maak bij voorbeeld de ombudsteams zichtbaar, of leden die leraar zijn, politieagent, die een vak uitoefenen. Onze partij staat voor het algemeen belang en we zijn er voor iedereen. Dat betekent dat je “iedereen” ook zichtbaar moet maken in de campagne.”
Eens. Al is de marketing nog zo snel, de inhoud achterhaalt ‘r wel. Mensen verwachten van de sociaal-democratie dat zij oorzaken aanwijst en oplossingen aandraagt die voor alle bevolkingsgroepen een rechtvaardige uitkomst bieden. Nieuwe tijden brengen nieuwe problemen, zoals het groeiend aantal voedselbanken, de kansenongelijkheid in het onderwijs, de opgeblazen woningmarkt, een wildgroei aan flexcontracten en een overheid die burgers systematisch dwars zit en zorgt voor een klimaat van wantrouwen.
Snelle praatjes op twitter en korte videoclips repareren geen pensioengaten of loonkloven, ze stoppen ook niet het smelten van de poolkappen. Natuurlijk is het goed om helder te communiceren in je media-uitingen, want kiezers hebben drukke levens, maar het mag niet betekenen dat de inhoud hierdoor ondergesneeuwd raakt.
Voor echte, geloofwaardige verandering in onze partij kies je een geloofwaardige voorzitter, die echt linksom gaat en tegenspraak omarmt.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
Het is aan de leden om te bepalen wie of wat geloofwaardig is.
De partijvoorzitter speelt een belangrijke rol bij het bewaken en eventueel wijzigen van de koers van de partij. De partijvoorzitter kan zich niet als manager uitsluitend richten op bedrijfsvoering en het blussen van brandjes. Je hebt je te verhouden tot onze hele partij en de koers – en dat kan alleen als je stevig in je schoenen staat en zelf ook beschikt over heldere en duidelijke idealen. Mijn idealen zijn van links-progressieve snit.
Tegenspraak - en tegenmacht - moeten we vieren en juist ook organiseren binnen en buiten onze partij. Wrijving maakt immers glans. Die wrijving moet echter worden gedoseerd en goed worden getimed. We zijn te laat als we nog eens moeten beginnen met praten en nadenken over wat we vinden van een nieuwe designerdrug als ze er al over debatteren in de Tweede Kamer.
Tegen. We zijn allen lid van dezelfde partij en dus sociaaldemocratisch en links. De suggestie dat een deel van onze leden niet geloofwaardig is onterecht en onnodig stigmatiserend.
Eens.
- Een voorzitter is niet alleen bewaker van een goed proces, maar is ook betrokken bij de richting aan de politieke koers van de partij; het politieke geweten. Dus: een linkse partij met een voorzitter die dat ook wil.
- We hebben eerder gezien (Bos – Mercuriusgroep) dat kleine kliekjes om de voorzitter heen vooral zorgen voor tunnelvisie. Dat moet je niet willen.
- Een goede binding met de leden is essentieel – een goede voorzitter houdt de partij bij elkaar, juist tijdens lastige perioden.
- Tegenspraak scherpt het beleid aan. Een goede voorzitter organiseert dat, zonder zelf in discussie betrokken te raken. De voorzitter staat daar in eerste instantie boven. Natuurlijk geeft hij/zij uiteindelijk ook zijn mening. Per definitie is een voorzitter geloofwaardig.
De PvdA heeft een voorzitter nodig die de partij van Maastricht tot Groningen kent. Die weet hoe de hazen lopen in politiek Den Haag. Die de machinekamer van de partijorganisatie kan bedienen en vliegend uit de startblokken kan.
We hebben een praktische partijvoorzitter nodig die mét de leden bouwt aan een moderne partijorganisatie, aansprekend toekomstdebat en moderne ledendemocratie. Op een manier die meer leden, mensen van buiten en jonge generaties aanspreekt.
We hebben een voorzitter nodig staat voor aanvallende linkse politiek, en met kennis en hart voor onze historie de toekomst omarmt!
Een geloofwaardige partij is duidelijk over haar keuzes voor de toekomst van Nederland en durft na verkiezingen verantwoordelijkheid te nemen zonder haar idealen in de steek te laten. Macht en verantwoordelijkheid zijn nooit het einddoel, maar een middel om onze idealen dichterbij te brengen. Een kerntaak van de voorzitter van de PvdA is om de idealen waar onze partij voor is opgericht te beschermen.
Dat kan ik. Als voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie heb ik het meest linkse programma sinds tijden afgeleverd. Dat heb ik niet alleen gedaan maar met meer dan duizend leden. Door ruimte te bieden voor ideeën en discussies is het programma beter geworden.
Als voorzitter van de partij wil ik die lijn voortzetten. Een duidelijke koers die we samen vaststellen. Een eerste stap daarin is een permanente verkiezingsprogrammacommissie die door het land toert en zo onze koers scherp en fris houdt.
Als oprichter van Linksom! in de PvdA heb ik altijd gestaan voor een linkse koers van onze partij. Ik ben er in geslaagd om de koers te laten wenden. Door consequent onze partij van tegenspraak te voorzien, altijd inhoudelijk. Nog steeds wordt tegenspraak onvoldoende omarmd. Nog steeds leven in onze partij gedachten dat fout bezuinigingsbeleid (toen) nodig was. Nog steeds heeft onze partij nauwelijks geloofwaardigheid bij de mensen voor wie wij willen opkomen. Dat is bijvoorbeeld te merken bij ons woonbeleid, waar huurders nauwelijks vertegenwoordigd worden. Niet voor niets zijn de voorzitter van de PvdA werkgroep huurders en de actievoerder in de Rotterdamse Tweebosbuurt lid van mijn campagneteam. Zij voelden zich niet gehoord in de partij, en wel door mij. Leden die tegenspreken worden teveel niet gehoord. Als partijvoorzitter ga ik huurders en activisten ondersteunen. Echte verandering komt niet van steun van partijbobo’s, maar van hen.
Elke goede organisatie of vereniging organiseert zijn eigen tegenspraak. Dat is alleen maar gezond. Maar tegenspraak is niet hetzelfde als altijd je hakken in het zand zetten. Het hoort bij de PvdA dat leden zich open stellen voor elkaar, zich in elkaar kunnen verplaatsen. Alleen maar tegen zijn, is meer iets voor andere partijen. Constructieve tegenspraak in een inclusieve partij.
Eens. De vraag die hier echter centraal staat is wat is dan die geloofwaardige verandering? Welke kant willen we met z’n allen op? Vanzelfsprekend linksom, maar toch geeft niet iedereen hier dezelfde inhoud aan, omdat we nu eenmaal zo’n prachtige, brede volkspartij zijn. Om die vraag te beantwoorden is dus een sterk functionerende en dynamische ledendemocratie een absolute voorwaarde. De leden zijn aan zet en moeten dat ook altijd blijven. De geloofwaardigheid van een voorzitter hangt dus af van de vraag in hoeverre zij/hij bereid is die ledendemocratie en dus ook die tegenspraak te omarmen. Immers, dan kunnen we met z’n allen een antwoord vinden op die vraag waar het heen moet met de partijkoers. De voorzitter bewaakt die koers, maar altijd met een groot draagvlak van de leden.
Het initiatief voor, en de verkenning naar, linkse samenwerking moet bij de partij liggen en niet bij de fractie, om te voorkomen dat tegenstanders van fuseren met GroenLinks mogelijk de partij de rug toekeren.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
Een zorgvuldig proces richting een eventuele fusie met GroenLinks is cruciaal. Zeker om tegenstanders de ruimte te geven. De leden zijn leidend.
De stelling suggereert echter een werkelijkheid waarin de leden dat nu niet zijn. Terwijl congressen en ledenraden al jaren resoluties aannemen die pleiten voor nauwere samenwerking. Zo heb ik op de politieke ledenraad van 28 augustus twee Roodgroene moties ingediend. De motie “Fractiefusie” is aangenomen met 75% van de stemmen bij een hoge opkomst. De fractie heeft dus een stevig mandaat om een fractiefusie te onderzoeken en indien wenselijk door te voeren.
Tenslotte: kijk naar de staat van de partij. Met pappen en nathouden gaan we het echt niet redden. Dan lopen we maar het risico dat we gaandeweg een paar leden verliezen. Als initiatiefnemer van het Roodgroene Manifest ken ik duizenden mensen die juist lid zouden worden van een sterke Roodgroene beweging.
Eens. Als twee partijen fuseren dan is dat een partijaangelegenheid. Daar gaat de fractie niet over.
Neutraal. De leden hebben altijd het laatste woord in de PvdA. Zoals de laatste ledenraadpleging hebben de leden de fractie een grote mate van vrijheid gegeven om samenwerking aan te gaan met GroenLinks, zoals ook bleek tijdens de laatste ledenraad. Dit is nog geen fusie. Daarvoor is weer instemming van de leden nodig.
De leden zijn de baas en gaan over de vraag of de partij zelfstandig blijft of ooit samensmelt. De leden wíllen samenwerking. Dat spraken ze meerdere keren op congres en ledenraad uit. Dat is verstandig want de sociale politiek was altijd een familie. Een vuist maken is nodig.
Wat mij betreft maken we vaart met samenwerking maar is het te vroeg voor fusie. Dat splijt de partij, dat splijt onze kiezers. Het laat ons kostbare tijd kwijt zijn met onszelf in plaats van met de samenleving.
Links moet intensief samenwerken en als het ooit tot een doorbraak naar een brede sociale volkspartij komt, ben ik de eerste die daar voor is. Maar er is een wereld tussen nu of nooit. Nu is te vroeg, nooit is onzinnig – we waren zelf een doorbraakpartij. Maak meters op de inhoud, op campagnes, op aanvallende sociale politiek. Daar valt een wereld te winnen!
Het is cruciaal dat we brede linkse samenwerking organiseren. Dat doen we om onze idealen dichterbij te brengen. Ik voel me thuis bij GroenLinks in de aanpak van de klimaatcrisis, bij de Partij voor de Dieren als het gaat om natuur, bij de SP in de strijd voor de publieke sector en hogere lonen, en bij BIJ1 in het aanpakken van racisme en discriminatie. Nu lijkt er soms blind te worden gestaard op een fusie met GroenLinks.
Het is niet aan de fractie, of alleen aan de nieuwe partijvoorzitter, om te beslissen over de toekomst en het bestaansrecht van onze partij.
De leden hebben tijdens afgelopen ledenraad met grote meerderheid gestemd voor een verzoek om samenwerking met linkse partijen en organisaties te onderzoeken. Met als doel verdergaande linkse samenwerking en het behalen van gezamenlijke idealen te intensiveren. Ik ga daar vol enthousiasme met de leden mee aan de slag.
Als ik partijvoorzitter word, dan neem ik dat initiatief. Geen vrijblijvende verkenning, maar een serieuze poging tot samenbundeling van tenminste PvdA, GroenLink én SP. Waarbij de leden uiteraard het laatste woord hebben. De TK-fractie heeft alle vrijheid om in haar werkwijze zoveel mogelijk samen te werken. Samen met Lilianne Ploumen zorg ik ervoor dat leden daarin meegenomen worden.
Mee eens. Niks aan toe te voegen
Linkse samenwerking is niets nieuws. We hebben altijd elkaar kunnen vinden om meerderheden te vormen. Diepgaande politieke koerswijzigingen zoals een fractiefusie of een partijfusie zijn een compleet ander verhaal. Leden zullen hiervoor altijd het laatste woord moeten hebben. Grote regelmaat in gesprekken met elkaar en met de fractie is daarom broodnodig. Van leden wordt verwacht dat ze verstandige beslissingen nemen. Om verantwoord gebruik te kunnen maken van die macht is voldoende informatie onontbeerlijk. Wanneer leden niet goed geïnformeerd worden door de partijtop, dan ondermijnt deze haar eigen draagvlak en legitimiteit.
Daarnaast mag een fractiefusie of partijfusie nooit een doel op zich zijn. We moeten dus met z’n alleen voorkomen dat we ons zomaar zouden blindstaren op zulke beslissingen, waarvan nu niemand nog weet wat de praktische gevolgen daadwerkelijk zullen zijn. Wanneer het gesprek niet transparant wordt gefaciliteerd, dan zullen leden zich voor het blok gezet voelen en kiezers zich bedrogen.
Om meer (jonge)mensen aan de partij te binden, moet de partij een warmere en meer uitnodigende uitstraling krijgen, zowel naar de leden toe als naar buiten.
Hieronder lees je reacties van de kandidaten.
Soms hebben we inderdaad het imago van een vechtpartij. Van een club waar regelmatig de messen worden geslepen. Dat moet over zijn. Geen moties over personen. Iedereen die een partijgenoot afvalt op iets anders dan de inhoud krijgt een belletje.
Maar laat er geen misverstand over zijn: jongeren knappen vooral op ons af omdat we inhoudelijk onherkenbaar zijn op thema’s als klimaat en onderwijs. Ze vinden ons eerder te stoffig dan spannend. Eerder saai dan koud.
Mijn generatie wordt niet lid van een politieke partij omdat het gezellig is. We worden actief omdat we dingen stuk zien gaan. Omdat we boos zijn. Of omdat we anderen willen helpen.
Ik ben helemaal voor een fijne club met gezonde en volwassen omgangsvormen. Maar voor echte verjonging en verbreding onder onze kiezers en leden moet we inhoudelijk keihard vechten voor op hen relevante thema’s.
Een.: De partij moet met z’n tijd mee en vernieuwen om ook te kunnen verjongen.
Zeer mee eens. Bijvoorbeeld moderne media moeten ingezet worden om jongeren bij onze partij te betrekken. Ook speciale jongeren debatkringen, cursussen en andere activiteiten om jongeren te interesseren zijn in dat opzicht belangrijk. Maar essentieel is dat jongeren zich welkom voelen en in een warm bad komen. Daar kunnen we alleen met z’n allen aan werken.
We staan bekend als de vechtpartij. Goed voor de wereld maar slecht voor onszelf. Ik ben er van overtuigd dat een warmere partijcultuur noodzakelijk is om te groeien. Dat betekent minder arrogantie, meer positiviteit, meer openheid en openstaan.
Hoe we Lodewijk naar huis stuurden, zonder een open gesprek maar dírect met een motie, vond ik een dieptepunt. Daarom nam ik het initiatief tot een motie van steun die door duizenden partijgenoten werd gesteund. Omdat we, als we op de inhoud een scherp debat met elkaar voeren, dat ook met meer warmte naar elkaar kan.
Kortom: ik ben van de lijn Steve Stevaart, de voormalig leider van de Vlaamse sociaaldemocraten. Die zei ooit: ‘de sociaaldemocratie zal gezellig zijn of niet. ’ Daar ben ik het roerend mee eens.
De PvdA moet een partij zijn waar mensen bij willen horen. Dat bereik je als je een warme en gezellige partij bent, waar mensen plezier hebben.
Maar daar kan onze opdracht niet stoppen. Om mensen aan ons te binden moeten ze ook kunnen meepraten, meedoen en meetellen. Dat ze echt invloed hebben op de koers van onze partij. Dat ze een steentje kunnen bijdragen aan een eerlijker en duurzamer land, provincie of gemeente. Nieuwe mensen zijn juist de toekomst van onze partij. Dat hoeft niet te schuren met een warme cultuur, maar hoort elkaar juist te versterken.
Er is niks mooiers dan samen strijden voor een mooiere toekomst. Bijvoorbeeld door samen te canvassen, of een opruimactie te organiseren tegen zwerfafval of een verwoede discussie te voeren over betaalbaar wonen. En dan na afloop samen een drankje te doen en na te praten.
Een warmere uitstraling krijg je vooral door leden en hun inbreng serieus te nemen. Niet door ze als zuur weg te zetten. Door zonder taboes mooie debatten te organiseren. Hard op de inhoud, zacht op de persoon. En door de communicatie veel beter, intensiever en meer proactief te organiseren. En we kunnen nieuwe en jonge leden veel beter verwelkomen en begeleiden.
Mee eens. Niks aan toe te voegen
Een warme uitstraling is altijd fijn, maar uiteindelijk gaat het toch om de partijcultuur en hoe mensen dagelijks met elkaar omgaan. Bij de Partij van de Arbeid brandt er altijd licht, maar iemand moet dat licht wel aandoen. Als leden zich écht opgenomen voelen in onze rode familie, dan vertrekken ze niet zomaar. Afdelingen moeten geholpen worden om nieuwe leden écht een warm welkom te bieden. Zorg ervoor dat iemand van het bestuur verantwoordelijk is voor die nieuwe leden. Dat ze een telefoontje krijgen wanneer ze zich net hebben ingeschreven, dat ze worden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek en dat er iemand voor ze klaar staat bij de eerstvolgende afdelingsactiviteit. Geef de leden ook informatie over leergangen en talent scouting. Iemand is immers lid geworden van een politieke club, die de maatschappij rechtvaardiger wil maken. Daarvoor is het nodig dat geen talent verloren gaat, dat moet je koesteren.
De partijvoorzitter heeft de zware taak om de partij weer op te bouwen en dit is alleen mogelijk met een fulltime aanstelling. Parttime kan dus niet.
Hieronder lees je de reacties van de kandidaten.
Helemaal mee eens met de stelling.
Er is werk aan de winkel en dat vraagt om volledige beschikbaarheid. Als de leden mij kiezen zeg ik mijn baan op en leg ik al mijn nevenfuncties neer. Ik vind dat de leden dat mogen verwachten van alle kandidaten.
Mij zul je dus niet horen over “poten in de klei houden” of “voeling met de maatschappij houden”. Dat is integraal onderdeel van de functie en daar heb ik geen andere functie voor nodig.
Ook kun je van mij verwachten dat ik een tijd van “jobhoppende ministers” mijn termijn vol zal maken. Dat mes snijdt aan twee kanten. Wij zetten als partij onze mensen vaker bij het grofvuil dan de KNVB. Wat mij betreft is dat afgelopen. Gedoe in de krant of niet. Kiest de partij mij? Dan heb ik een mandaat voor vier jaar. Of korter: als we met GroenLinks fuseren.
Eens. Er is daarvoor te veel werk aan de winkel en het is te belangrijk om dit naast ander werk te doen.
Eens. De voorzitter krijgt een zware taak om onder meer kleine afdelingen te helpen zich weer op hun kerntaak te richten, om het debat te stimuleren en leden meer inspraak te geven. Dit betekent ingrijpende veranderingen in de partijstructuur. Ook vraagt de Tweede Kamerfractie de nodige aandacht. Daarvoor is een fulltime voorzitter nodig.
Het partijvoorzitterschap is een grote kluif. De partij moet op een aanvallende koers, de vereniging moet gemoderniseerd, het toekomstdebat aansprekend gevoerd. Dat kost op zijn mínst de 35 uur per week die er voor staat.
Daarbij helpt het als je het klappen van de zweep in de politieke top als geen ander kent, de vereniging van Terneuzen tot Texel geen geheimen voor je heeft. Dat voordeel heb ik na 12,5 jaar landelijke ervaring. In die jaren heb ik echter ook gezien hoe voorzitters en politici verstrikt raakten in de vergaderzalen van Den Haag en de partij – hoe ze het contact met de mensen in wijkgebouwen, bij de jongerencentra kwijtraakten.
Daarom wil ik ook lokaal actief blijven, in de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch. Omdat juist de partijvoorzitter van de PvdA óók voeling moet houden in de samenleving. Ik zit boordevol energie dus die combi ga ik met genoegen aan.
Het voorzitterschap is met de opgaves die voor ons staan een fulltime aanstelling. Ik zal dan ook fulltime voorzitter zijn van de PvdA. Maar de partij weer opbouwen lukt alleen samen. Het gaat niet om de voorzitter, maar om onze partij en onze idealen. Dus:
- Ja, ik ben fulltime beschikbaar om onze partij en idealen te dienen;
- Nee, ik vind niet dat de voorzitter van de PvdA meer zou moeten verdienen dan welke andere partijvoorzitter dan ook, ik lever graag een deel van het salaris in om te investeren in onze vrijwilligers;
- Ja, ik denk dat we als partijbestuur minder moeten vergaderen over onszelf en meer tijd moeten steken in het strijden voor onze idealen - dus ik denk zeker dat we tijd met elkaar beter kunnen besteden.
Eens. Er is veel te doen. De partij verkeert in een existentiële crisis. Dan ben je meer dan voltijds nodig. Een andere baan erbij kan echt niet. Daarbij wil ik het salaris van de voorzitter verlagen. Driemaal modaal is echt ongepast. Ik ga terug naar modaal en van het verschil voeren we een bestuursvergoeding in voor bestuur van de Jonge Socialisten.
Mee eens. Niks aan toe te voegen
Eens. De vraag stellen is ‘m beantwoorden. Het is tijd voor actie. De afdelingen moeten versterkt worden, onze mensen moeten weer de wijken in en het opleiden van een volgende generatie pracht bestuurders zijn aan de orde van de dag. Als sociaaldemocraten hebben we de opdracht om onze partij weer zo sterk te krijgen, dat ons netwerk de maatschappij optimaal kan dienen. Dit kan niet wanneer de voorzitter zijn of haar aandacht verdeelt over verschillende taken, die een net zo grote aandacht vergen. Bovendien: het is de taak van de voorzitter om met de voeten in de klei te staan en dit kan echt alleen door de verbinding met de lokale afdelingen te versterken en daar ook zichtbaar te zijn, in alle regio’s. Daar is geen bijbaantje voor nodig, sterker nog dat belemmert. De leden verdienen nu de volledige aandacht en wel full-time.
Diversiteit moet je doen.
Hieronder lees je de reacties van de kandidaten.
Het is 2021. En toch moet er vaak nog worden uitgelegd waarom het belangrijk is dat we inclusief zijn en ruimte geven aan diverse groepen mensen en individuen. Verscheidenheid in mensen en in opvattingen is essentieel voor onze partij. We moeten ons inzetten voor kansengelijkheid buiten maar ook zeker binnen onze partij. In de regel bestaat 70% van de aanmeldingen voor wat dan ook binnen de partij uit witte theoretisch-geschoolde mannen. Er is dus werk aan de winkel.
Concreet wil ik: 1. Samen met de Rooie Vrouwen, het netwerk Diversiteit en het Roze Netwerk, een actiecommissie Diversiteit & Inclusie opzetten en haar aanbevelingen ook daadwerkelijk opvolgen. 2. Jaarlijks basistrainingen Diversiteit & Inclusie in de Praktijk voor onze bestuurders/politici organiseren. 3. Het gesprek in onze partij faciliteren en aanwakkeren op interactieve Ledendag-sessies. 4. Actief inzetten op het organiseren van ledenwervingsacties op MBO’s. 5.Heldere, gelijkwaardige en begrijpelijke taal spreken en schrijven.
Eens. Het bestuur van de PvdA komt sterk over als het divers is samengesteld. Dat de voorzitter uit een minderheidsgroep komt maakt deze boodschap alleen maar sterker, al is het natuurlijk geen absolute voorwaarde voor een goede voorzitter. Diversiteit zit in wat je doet en in het respect dat je naar anderen opbrengt.
Je moet het doen, je moet er pal voor staan, je moet het organiseren. De PvdA dient als brede volkspartij een bondgenoot te zijn voor allen die strijden tegen discriminatie, uitsluiting, onrechtvaardigheid en racisme. Dat kan alleen met diverse teams, kandidatenlijsten, besturen én samenlevingen. Eenheidsworst leidt tot tunnelvisie, uitsluiting en gebrek aan creativiteit. Het druist in tegen onze idealen.
De samenwerking met organisaties en partijen – van de vrouwenbeweging tot BIJ1, COC etc- moet daarom geïntensiveerd. En onze partijorganisatie drastisch gemoderniseerd. Want op de huidige weg worden we oud en hoog opgeleid. Worden we wit en Randstedelijk.
En een partij die de luiken open gooit, die de samenleving een plek geeft in haar debat, wint aan diversiteit, kwaliteit en aansprekendheid. Diversiteit begint bij het horen van álle stemmen, en daar moeten we hard voor werken.
Dit is natuurlijk zo vanzelfsprekend en daarom pijnlijk tegelijk dat deze stelling er nog is. Want diversiteit is een verrijking. Het zorgt ervoor dat teams beter functioneren en dat plannen beter worden. Dat heb ik ook gezien als voorzitter van onze verkiezingsprogrammacommissie. Door met leden en niet-leden, doeners en denkers, beleidsexperts en ervaringsdeskundigen van allerlei achtergronden in gesprek te gaan is ons programma beter geworden.
Als voorzitter wil ik dat iedereen zich thuis voelt binnen onze partij en ieder lid de mogelijkheid heeft om zijn of haar talenten in te zetten voor een bruisende PvdA. Iedereen telt mee, zeker in onze eigen partij. Die verscheidenheid mag ook zeker zichtbaarder worden. Daar is met de lijst voor de verkiezingen al een mooie stap in gemaakt. Laten we samen diversiteit en inclusiviteit prioriteit maken.
Klopt. Geen woorden maar daden. Dus we gaan onze afdelingen, gewesten en netwerken trainen in hoe je diversiteit organiseert. Culturele diversiteit, diversiteit naar geaardheid en gender, maar ook inclusiviteit voor mensen met een beperking en diversiteit naar opleiding, bezit en inkomen. We zijn teveel de partij van hoogopgeleide winnaars.
Zeer mee eens. Wil je er als partij voor iedereen zijn, dan moet iedereen zich in de partij herkennen. Onze kandidatenlijst was een mooi voorbeeld van diversiteit. Die diversiteit moeten we veel zichtbaarder maken in de partij om te laten zien dat we er echt zijn voor iedereen. We zouden dit thema ook veel breder kunnen adresseren met een evenement over de vraag: voor wie zijn we er? Ik vind dat we weg moeten blijven van jargon over dit thema. Dat vertroebelt mijns inziens het debat omdat mensen verschillend betekenissen geven aan jargon, waardoor je al snel etiketten gaat plakken op mensen. Neem de term : “woke”. Daar worden veel verschillende betekenissen aan gegeven waardoor al snel onduidelijk wordt waar mensen het over hebben. Het uitgangspunt moet zijn: behandel de ander als mens en probeer je in de ander in te leven.”
Ja. Het is 2021 en ook bij de Partij van de Arbeid kan het nog steeds beter. Het belangrijkste van een goed diversiteitsbeleid is dat je geen talent verloren laat gaan. Wanneer je beleid goed functioneert, dan is je organisatie een afspiegeling van de samenleving. Vervolgens kunnen mensen zich in onze mensen herkennen. Getalenteerde mensen betrokken houden vraagt wel continue inzet, anders zoeken zij hun uitdaging ergens anders - daarom zijn het immers talenten! We moeten blij zijn dat deze mensen voor ons kiezen en we moeten ze op waarde weten te schatten. Dat betekent ook je talenten serieus nemen en dus niet alleen vanwege iemands achtergrond ze bepaalde functies aanbieden, maar juist omdat ze grote kwaliteiten met zich meebrengen.
Onze ledendemocratie moet sterker.
Hieronder lees je de reacties van de kandidaten.
Zeker gedurende corona zijn onze ledenbijeenkomsten verworden tot applausmachines. Handjevol amendementen op het programma; geen wijzigingen op de lijst. Diverse partijen doen dat democratischer.
Op de politieke ledenraad vorige maand konden we eindelijk met elkaar in gesprek. Glas halfvol: wij hebben ledendemocratie. Glas halfleeg: de ledenraad oogde rommelig en een hoop leden konden hun ei niet kwijt.
Wat uitgangspunten: Het mag schuren op de inhoud. Geen destructieve moties over personen. We organiseren themacongressen. We formuleren weer inhoudelijk stevige visies op “brandende kwesties”. Naast pre-advies op moties van bestuur/fractie komt ook een pre-advies van experts.
Tijdens campagnetijd kan het verleidelijk zijn om de leden naar de mond te praten. Ik vind echter dat we de rollen zuiver moeten houden. Als partijvoorzitter moet je soms aan het jasje trekken van politici – maar zij verdienen ons vertrouwen. Het mandaat om Kamerleden te controleren moeten wij als leden immers delen met de kiezer.
Eens. Het is goed dat we binnen onze partij een voortdurend gesprek hebben over de koers. Zo nu en dan is het ook goed om duidelijke richtinggevende uitspraken te hebben van de leden door middel van een ledenraad of congres. Digitale hulpmiddelen helpen ons om zoveel mogelijk leden me te laten praten en mee te laten bepalen.
Het geluid van de leden moet weer naar de top. Op dit moment weet de top te weinig wat onder de leden leeft.
- Daarvoor moeten nieuwe sociale media ingezet worden, zodat politici weten wat onder de leden leeft.
- Democratie kan op veel meer terreinen binnen onze partij vorm worden gegeven. Dat kan door meer ledenraadplegingen, discussie en debatkringen, adviezen, enquêtes, stemmingen over relevante onderwerpen, etc. Dat moeten we samen met de leden gaan vormgeven.
Hoe dan? Een voorbeeld: Het imago van de PvdA is stoffig: zaaltjes met een podium. Zo betrek je 95% van de mensen in de zaal niet, en maak je geen gebruik van hun kennis, ervaring en expertise. Dit kan veel slimmer: rouleren van kleine groepen rond thema’s, zodat je alle mensen over alle onderwerpen kunt laten meepraten. Laten we 100% gebruiken ipv 95% niet gebruiken.
Sterker maar óók aansprekender en meer van deze tijd. Congressen en ledenraden worden door duizenden leden niet als leuk ervaren. Nieuwe generaties, mensen die zich net aanmelden als lid, maatschappelijke organisaties – ze voelen zich niet thuis bij de wijze waarop we het debat met elkaar voeren.
Bij ons is een motie het startpunt van het gesprek geworden in plaats van het eindpunt. Het debat is gebureaucratiseerd. We kunnen leren van hoe nieuwe maatschappelijke bewegingen, debatcentra en jongeren het debat voeren. Open, op spannende locaties, met gedurfde stellingnamen en sprekers. Via social media, ledenpeilingen en volksberaden.
Waar macht is moet tegenmacht zijn. De leden zijn de baas. Maar voordat we als leden besluiten nemen kan het debat tien keer leuker, aanstekelijker en opener. De ledendemocratie wint aan kracht als velen mee willen doen en niet slechts enkelen. Ook hier is het tijd voor de toekomst.
Eens. We moeten de kracht van onze leden beter benutten. Dat is de afgelopen tijd onvoldoende gebeurd. En dat terwijl de nood hoger is dan ooit. Met een kleiner budget en minder ondersteuning moeten we bouwen op onze 41 duizend leden. In ieder lid schuilt een vrijwilliger. Of dat nou is om te flyeren, mee te schrijven aan het verkiezingsprogramma of op de sociale media actief te zijn. We hebben iedereen nodig.
Wat mij betreft beginnen we met twee dingen. Allereerst een cultuuromslag aan de top. We zijn niet bang voor de inspraak van leden maar zien het juist als onze kracht. Ten tweede online mogelijkheden voor inspraak veel beter benutten. Ledendemocratie is niet een keer per jaar moties en amendementen indienen op een congres. Als we leden veel vaker om hun mening en input vragen, kunnen we onze plannen juist verrijken.
Eens. Tegenspraak en tegenmacht zijn ook in onze partij niet goed genoeg georganiseerd. Naast meer ‘ontmoetingsdemocratie’ met o.m. een permanente thematische ledenkamer en periodieke ledenpanels en grote proactieve debatten ga ik zorgen voor meer formele ledendemocratie. Het congres krijgt meer bevoegdheden, ledenrechten worden beter beschermd en besluiten worden transparant en controleerbaar uitgevoerd.
De permanente werkgroep Ledendemocratie heeft hier een mooi stuk over geschreven met de passende naam: ontmoetingsdemocratie. De PvdA is nu nog te veel een incrowd partij, in plaats een “iedereen incrowd partij”. Een te kleine groep weet hoe de partij functioneert en hoe je invloed kunt uitoefenen. Afgelopen week sprak ik twee leden die zich niet welkom voelden bi de ledenraad omdat deze in hun ogen te veel werd bepaald door de incrowd. Wil je echt een democratische partij zijn, dan moeten leden – vooral nieuwe leden – zich welkom en veilig voelen om hun mening te geven en deel te nemen aan het democratische proces binnen de partij. Mensen met ervaring zouden nieuwe leden kunnen coachen en wegwijs maken in de partij. De voorzitter moet nadrukkelijk de omgangsvormen binnen de partij adresseren om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen zich onwelkom voelen
Eens. Wanneer je een duidelijk en stevig mandaat wilt voor je volksvertegenwoordigers, je bestuurders en de programma’s die je hun meegeeft om uit te voeren, dan zal de ledendemocratie levendig en dynamisch moeten zijn. Wanneer er heikele onderwerpen snel door een Ledenraad gesleept moeten worden of onrust ontstaat doordat iemand een ingewikkelde motie heeft ingediend, dan ben je als bestuur eigenlijk al te laat met het organiseren van een goed gesprek onder de leden. Een open ledendemocratie zorgt voor meer betrokkenheid van je leden bij besluitvormingsprocessen en voor minder conflicten op spannende momenten. Naast dit formele aspect speelt hier ook een sociaal aspect, de ontmoetingsdemocratie. Wanneer mensen elkaar goed leren kennen, zijn ze bereid meer voor elkaar te doen en voor de sociaal-democratie. Dus grotere opkomsten bij congressen, demonstraties en campagnes. We doen het immers samen!
De partij moet ervoor zorgen dat veel meer jongeren betrokken worden bij beslissingen die over hun toekomst gaan.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
Als kandidaten kunnen we het pijnloos “eens” zijn met deze stelling. Of flauw reageren met een “we moeten naar iedereen luisteren.”
Maar de crux zit hem in macht. Willen we jongeren ook echt macht geven? Willen we ook naar jongeren luisteren? Willen we jongeren op betekenisvolle plekken in de partij zetten?
Bij elke formatie – ook als de PvdA daaraan meedeed – wordt de onderwijsbegroting structureel geofferd. Wij hebben nota bene het leenstelsel ingevoerd. Op klimaat zijn we vooral in Brussel sterk. Veel jongeren wonen bij hun ouders omdat een eigen dak boven het hoofd onbetaalbaar is geworden. Voor “betrekken” pas ik.
Eens. Prioriteit heeft het om meer jongeren bij onze partij te betrekken. Zij vormen immers de toekomst. Jongeren moeten natuurlijk inspraak krijgen op punten die hun toekomst betreffen. Daarbij geldt altijd het ideaal van solidariteit, ook tussen generaties.
Sociale politiek heeft toekomst als we nieuwe generaties weten te binden. De huidige PvdA is echter teveel de partij van je grootouders. Daarom moet de dikke laag stof van de partij. Het moet toekomstgerichter, vrolijker, energieker, minder star en meer vrij.
Dat begint bij jongeren de plek te geven die ze verdienen: aan het stuur en niet alleen in meedenkgroepjes. Een nieuwe generatie moet aan het roer. Wat mij betreft bestaat een derde van een nieuw partijbestuur daarom uit Millenials en Generatie Z. De stem van jongeren moet beter gehoord,
Het moet ook simpelweg leuker. We verdubbelen het budget van de JS voor spannender debat en leukere feestjes. Ook geven we jonge dwarsdenkers, opiniemakers, organisers en cultuurmakers de ruimte als katalysator voor vernieuwing. De opdracht: ‘Zichtbaar, vernieuwend, energiek, politiek debat, festival en feest – doe je ding.’ Het is tijd voor een nieuwe generatie.
De verontrustende klimaatverandering, de doorgeslagen woningmarkt, oplopende studiekosten en studieschulden treffen onze jongeren het zwaarst. Tegelijkertijd geeft de politiek jongeren nauwelijks een stem in de belangrijke vraagstukken van onze tijd. Niet gek dat jongeren zich afkeren van de politiek en zich minder vaak aansluiten bij politieke partijen.
Als partij moeten wij actief op zoek naar jongeren om ze bij onze partij te betrekken. Ga samenwerkingsverbanden aan met maatschappelijke organisaties, maak flexibele lidmaatschappen mogelijk voor jongeren, investeer in opleidingstrajecten en geef jongeren een belangrijke stem in hoe we onze partij vormgeven.
Maar nog belangrijker: laat jonge mensen ook het gezicht zijn van onze volksvertegenwoordigers. Tijdens de vorige verkiezingen hadden we een prachtige lijst met veel jonge kandidaten. Laten we dat vasthouden. In onze lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen, in de Provinciale Staten, waterschappen en bij de volgende Europese en landelijke verkiezingen.
Alle beslissingen gaan over hun toekomst. Jongeren moeten uitgedaagd worden om zich als luis in de pels te gedragen. Geen leerschool voor politieke loopbanen, maar inhoud en actie centraal. Zorgen dat onze partij het broeinest is van aansprekende ideeën, bruisende debatten en spectaculaire acties. Waar je als jongere bij wilt zijn!
Ja, en dat niet alleen. We mogen het wel wat ‘leuker’ maken voor jongeren. Maar altijd met inhoud. De partij moet veel meer activiteiten organiseren die jongeren leuk vinden en aan de partij binden. Evenementen op het snijvlak van politiek, muziek en kunst. Weekends waar jonge leden elkaar kunnen ontmoeten en waar interessante sprekers komen en partijcoryfeeën die jongeren welkom heten.“
Eens. Het is een natuurlijk gegeven: mensen worden ouder en moeten op een gegeven moment worden opgevolgd door een volgende generatie om het voortbestaan van de partij te waarborgen. Je kunt jongeren echter alleen echt goed bij de partij te betrekken door ze daadwerkelijk de ruimte te geven aan hun inbreng en hun talenten. Dit betekent dus ook tegenspraak en nieuwe mores omarmen. We moeten voorkomen dat jongeren het idee krijgen dat ze alleen een kans krijgen wanneer zij zich gedragen naar de voorwaarden van de oudere partijtop.
Talent scouting is van groot belang, de Taskforce Verjonging vraagt continue aandacht en het Coachings Traject mag uitgebreid worden. Leergangen vragen ook om een opfrisser en de positie van de Jonge Socialisten moet een krachtige aanwezigheid blijven.
We moeten ons als sociaaldemocraten opnieuw uitvinden, met een nieuwe sociaaldemocratische agenda vol met gedurfde ideeën.
Lees hieronder de reacties van de verschillende kandidaten.
Ik heb geen flauw idee wat “ons opnieuw uitvinden” betekent. Ik hou wel van gedurfde ideeën. Ben ik graag bij! Zeker als zo’n idee een fusie met GroenLinks is. Of gedurfde links-progressieve politiek.
Oneens: De grondbeginselen van de sociaaldemocratie zijn volstrekt duidelijk: (internationale) solidariteit, gelijke kansen en diversiteit. Deze beginselen zijn ook tijdloos. Dat neemt niet weg dat we voortdurend het gesprek moeten hebben over de koers van de partij. Andere tijden kennen een andere problematiek en daar moeten wij vanuit onze sociaaldemocratische grondbeginselen een gepast antwoord op hebben. Dat is wat anders dan jezelf opnieuw uitvinden.
Eens. We hebben waardevolle idealen, die actueel zijn: bestrijden kloof tussen arm en rijk, gelijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid. Tegelijkertijd is er voldoende ruimte voor vernieuwing; diversiteit, inclusie, bestrijden racisme, milieubehoud, gendergelijkheid, etc. Iedere generatie stelt een nieuwe agenda op met andere accenten of punten, maar de idealen blijven sociaaldemocratisch.
Natuurlijk gaat het om de inhoud. Om onze belofte van een goed leven voor iedereen. Door de groeiende ongelijkheid en de toenemende tweedeling tegen te gaan. Dat is waar de sociaaldemocratie voor is opgericht.
Waar ons verhaal niet op orde is (of mensen ons onvoldoende vertrouwen), is werk aan de winkel is. Het debat over klimaat en betaalbaarheid, over asiel en integratie, over de technologische revolutie moet gevoerd. Het zijn de brandende kwesties van vandaag en die behoeven ons antwoord.
Maar laten we ook vaststellen dat hoe fraai ons verkiezingsprogramma ook was het niet meer opleverde dan negen zetels. Terwijl we een aantal maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen nog op meer dan twintig zetels in de peilingen stonden. Het gaat dus ook om of we met lef ons verhaal vertellen, of we oude vormen en gedachten op moderne wijze aan de man weten te brengen. Tijd voor een aanvallende koers!
Met de idealen van de sociaaldemocratie is niks mis. Sterker nog, onze idealen van bestaanszekerheid, duurzaamheid en gelijkwaardigheid worden door miljoenen Nederlanders gedeeld. Onze idealen hoeven dus niet bij het grofvuil, maar iedere tijd vraagt weer om nieuwe en gedurfde ideeën om die idealen dichterbij te brengen.
Wij moeten laten zien dat we naast mensen staan, dat we naar ze luisteren en dat we samen met hen tot oplossingen komen voor hun problemen. Dat is hoe het verkiezingsprogramma is geschreven. Met meer dan duizend leden mocht ik als voorzitter onze idealen omzetten in linkse plannen. Ik heb gezien hoe waardevol het is als zoveel mogelijk mensen ideeën mogen aanleveren.
Wij moeten de partij zijn met de antwoorden op de grote vragen van onze tijd. Dat moeten we durven uit te dragen en daar moeten we trots op zijn. Een permanente verkiezingsprogrammacommissie zal de ideeënmachine die onze partij is, continu aanwakkeren.
Als partijvoorzitter ga ik samen met u een nieuwe sociaaldemocratische agenda opstellen voor de middellange termijn. Vol met gedurfde ideeën over een echt solidaire en rechtvaardige samenleving. Met een werkgarantie voor iedereen die betaald werk wil en kan. Met een rechtvaardig en hoog inkomensvangnet. Met een fors loonoffensief en vast werk. Met een echt eenvoudig en eerlijk belastingstelsel. Met een plan voor lagere huren en herstel van de volkshuisvesting. Met eerlijke, snelle verduurzaming. Met herstel van de rechtsstaat. Met migratie als kans in plaats van als bedreiging. En een plan voor een inclusieve samenleving, ook voor mensen met een beperking. Ik heb zo’n plan, lees het in mijn boek! (http://gerardbosman.com) Ik ga daar bruisende, inspirerende debatten over organiseren. Met de mensen om wie het gaat, spraakmakende publicisten, wetenschappers en professionals. Zonder taboes en niet vrijblijvend. Debatten waar je bij wilt zijn, juist ook als jongere. Ga samen met mij Linksom!
Ik vind niet dat we de sociaaldemocratie moeten ‘heruitvinden’. Wij staan voor het algemeen belang. En dat hebben we altijd gedaan. Dat is de centrale boodschap. Maar dat mogen we wel meer laten zien: in onze communicatie naar buiten, in onze organisatie naar binnen. Nu benadrukken we vaak ons gelijk, maar vertellen we niet ons verhaal. Ons verhaal is onze geschiedenis en ons verhaal dat zijn wij, de leden.”
We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. De sociaal-democratische waarden zijn nog steeds van het grootste belang voor onze samenleving. Het is wel belangrijk deze waarden te vertalen naar onze moderne tijd. We leven immers niet meer in 1848. Of het nu gaat om de werkgelegenheid, arbeid, economie, leefbaarheid in de wijken of de vraagstukken van duurzame groei, het zijn stuk voor stuk onderwerpen die vragen om een aanpak en visie die passen in deze tijd. De verzorgingsstaat en de rechtsstaat staan onder druk en vragen bijzondere aandacht, een sociaal-democratische aandacht, maar wel een die past in de ontwikkelingen van deze tijd.
Een goede voorzitter vraagt dagelijks de mening van de leden over actuele politieke onderwerpen.
Hieronder lees je de reacties van de kandidaten.
Een beetje voorzitter praat dagelijks met tientallen leden. Met politici, bestuurders en medewerkers. Met actieve en minder actieve leden. Met kleine en grote afdelingen. Gewesten en netwerken. Met andere clubs zoals GroenLinks, de SP en de vakbonden en milieuorganisaties. Je praat wat af. En uiteraard gaat het dan ook over politiek.
Nu vermoed ik dat deze stelling is ingestoken door een andere kandidaat om een app voor te stellen die leden dagelijks vraagt om hun mening. Ik ben daar niet zo enthousiast over: er zijn talloze voorbeelden van dit soort apps die door niemand wordt gebruikt. Een kleine harde kern heeft er dan lol van, de rest niet.
Laten we beginnen met de bestaande communicatiekanalen beter te gebruiken – en zorgen dat leden laagdrempelig contact op kunnen nemen met de partij. Concreet zal ik zelf wekelijks twee uur spreekuur houden. Virtueel en op locatie. Toegankelijk voor iedereen.
Oneens. De voorzitter moet ervoor zorgen dat er binnen de partij een goed gesprek is met de leden over de koers van de partij. Een goed gesprek is meer dan het geven van een mening. Dat gaat over luisteren naar elkaar en samen tot een conclusie komen. Het verzamelen van meningen kan een goed begin zijn van een gesprek en dat moet ook gebeuren maar niet dagelijks.
Volstrekt eens. In een politieke partij is het essentieel om leden te betrekken bij de politiek, en ze ook vragen te stellen. Te vaak worden leden en afdelingen te weinig of niets gevraagd. Een goede voorzitter wil weten wat er leeft en hoe dat bij de leden leeft. De vragen uitzetten via handige sociale en online media - en ook de resultaten terugkoppelen en gebruiken om het geluid van de leden bij de top te brengen is daarin een onmisbare stap.
Een goede voorzitter brengt de PvdA op een aanvallende koers, moderniseert de partij, organiseert inspraak en scherp toekomstdebat. En ja, die scherpe koers bepalen we samen, de toekomst van de organisatie en de vereniging bepalen we samen, het toekomstdebat voeren we samen.
Maar we zijn ook meer dan een praatclub. De voorzitter zit er ook om verandering te bewerkstelligen en de partij in een toekomstgerichte, aanvallende actiestand te krijgen. Met mij kiest u een voorzitter die dus, zoals nu, zijn oren te luisteren legt in alle hoeken van het land maar die ook durft aan te vuren en te moderniseren. Alleen met een goed gesprek redden we het niet, hoe fijn dat ook zou zijn.
Een goede voorzitter haalt het beste uit onze vereniging. Door ideeën weer voorop te zetten, de samenwerking aan te gaan met linkse bondgenoten en leden in hun kracht te zetten.
Soms kan dat door leden te vragen naar actuele politieke onderwerpen. Soms juist door te vragen naar hele specifieke lokale onderwerpen. Te lang zijn we te terughoudend geweest met het bespreekbaar maken van gevoelig liggende thema’s als klimaatverandering, racisme en migratie. Ik wil een partij voorzitten waarin we meningsverschillen best kúnnen uitvechten via moties, amendementen en ordevoorstellen, maar waar dat niet hóéft. Ik wil vooral leden met elkaar laten praten in een open gesprek. Waarbij iedereen zich welkom en gehoord voelt.
Daarom vind ik het belangrijk dat er een permanente verkiezingsprogrammacommissie komt die door het land toert, online én offline. Zo betrekken we zoveel mogelijk mensen in het scherp houden van onze plannen.
Dat lijkt me ondoenlijk en ook onwenselijk. Onuitvoerbaar in de praktijk. Veel onderwerpen zijn te complex voor een poll. We moeten niet verworden tot een soort peilingorganisatie. We hebben een programma en idealen. Daar organiseren we draagvlak voor. Wel is het goed om leden veel meer proactief te betrekken bij actuele discussies. Onze volksvertegenwoordigers en politiek bestuurders moeten leden meenemen in hun keuzes. Als partijvoorzitter bewaak ik dat.
Als het goed is, gebeurt dit min of meer automatisch. Mijn plan: organiseer permanente online netwerken in Teams met leden over specifieke thema’s als wonen, duurzaamheid, werk en inkomen. Maar ook over thema’s als ledenwerving, verjonging en campagne voeren. Hier kunnen leden bij elkaar terecht voor informatie, kennis en advies. Ook kunnen onze gekozen volksvertegenwoordigers hier hun ideeën toetsen en vragen om feedback. En uiteraard kan de voorzitter ook via deze kanalen contact onderhouden met de leden en hen advies geven
Een goede voorzitter staat in goed contact met haar of zijn leden, zodat zij of hij niet meer dagelijks de mening van de leden hoeft te vragen. Wat een tijd zou daar in gaan zitten! Het is dus van belang dat de ledendemocratie zo goed functioneert, dat leden de ruimte krijgen hun mening te ontwikkelen en te delen met andere leden en de partijtop. De infrastructuur van onze partij moet dus op orde zijn, zodat die meningen ook daadwerkelijk hun weg vinden naar de voorzitter en anderen uit het bestuur en onze volksvertegenwoordigers.
De PvdA moet fuseren met GroenLinks.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
De partijvoorzitter speelt een cruciale rol spelen bij het versnellen of juist vertragen van nauwere linkse samenwerking. Deze stelling simpelweg afdoen met: “de leden gaan erover” is procedureel correct, maar gaat voorbij aan de werkelijkheid. De leden hebben recht om te weten waar de kandidaten staan. Daarom: ik ben een groot voorstander van een fusie met GroenLinks.
Je hebt een vergrootglas nodig om verschillen te vinden in onze verkiezingsprogramma’s, zowel politiek als organisatorisch staan we samen sterker en onze kiezers zijn volgens peilingen fan van een fusie. Bovendien zou het moedig zijn als we in het huidige tijdperk van politieke versplintering trendbrekers durven te zijn.
Samen kunnen we het fundament vormen van een sterke linkse beweging. Samen kunnen we een sterk RoodGroen verhaal vertellen dat breed aanspreekt. Een verhaal met perspectief. Samen Voorwaarts!
Neutraal.
Morgen fuseren is niet aan de orde. Een fusie moet goed voorbereid worden. Op landelijk én lokaal niveau leer je elkaar kennen door idealen te delen, samenwerking, het delen van strategieën en afstemming. Uit de fusie van de vakbond FNV weet ik dat dat een fusie zorgvuldig moet voorbereiden, waarbij je verschillende belangen goed weegt. De ledenraad zegt ook ga experimenteren, maar het laatste woord over een fusie is natuurlijk aan de leden. Daarbij is een verschil in achterban niet te verwaarlozen. GL kent meer hoogopgeleiden, terwijl de PvdA een bredere volkspartij is. Deze culturen moeten bij elkaar gebracht worden.
Er is een wereld tussen NU fuseren en NOOIT fuseren. Wat mij betreft maken we vaart met samenwerking maar is het te vroeg voor fusie. Dat splijt de partij, dat splijt onze kiezers, we hebben niet dat garantie dat er een brede volkspartij ontstaat. Het laat ons kostbare tijd kwijt zijn met onszelf in plaats van met de samenleving.
We gaan méér samenwerken. Dat spraken we meerdere keren uit op congres en ledenraad. Dat is verstandig want de sociale politiek was altijd een familie. Een vuist maken is nodig. Zeker nu.
Of het ooit tot een doorbraak naar een brede sociale volkspartij komt? Maar er is een wereld tussen nu of nooit. Nu is te vroeg, nooit is onzinnig – we waren zelf een doorbraakpartij. Maak meters op de inhoud, op campagnes, op aanvallende sociale politiek. Daar valt een wereld te winnen!
Het is cruciaal dat we brede linkse samenwerking organiseren. Dat doen we om onze idealen dichterbij te brengen. Ik voel me thuis bij GroenLinks, maar ook bij de Partij voor de Dieren, bij de SP, en bij BIJ1.
Nu lijkt er blind te worden gestaard op een fusie met GroenLinks. Maar fusies uit zwakte slagen sowieso niet, we moeten met de leden juist kijken hoe we elkaar kunnen versterken. Daarom stel ik voor dat er een werkgroep komt bestaande uit PvdA- en GroenLinks-leden die kijkt welke mogelijkheden er zijn voor verdere samenwerking.
Wanneer we als links samen echt effectief willen zijn, dan zullen we alle kracht in de breedte nodig hebben. Het is aan ons om die opties de komende tijd te verkennen en uit te werken. Dat initiatief moet bij de leden liggen. Zo zorgen we ervoor dat links niet verwatert maar ontvlamt.
Ik ben zeer voor linkse samenwerking. Maar dat moet tenminste ook met SP. Fusie is eind van proces van linkse samenbundeling. We moeten nu wel het momentum pakken dat er nu is doordat we allemaal ongeveer even klein zijn, in de oppositie zitten en inhoudelijk dichter bij elkaar staan dan ooit. We gaan het wel zorgvuldig doen, opdat er bij alle drie draagvlak is bij hun leden. Die hebben het laatste woord. We gaan om elkaar beter te leren kennen jaarlijks op 1 mei een groot gezamenlijk festival organiseren, met ook veel cultuur.
Linkse samenwerking vind ik vanzelfsprekend. Ik vind het ook mooi hoe de PvdA en GroenLinks elkaar vasthouden in de Tweede Kamer. Maar de fusie is een middel en geen doel. Als je te snel en te graag wilt fuseren, loop je het risico dat je ongeveer een kwart van je leden van je vervreemdt. De partij moet met de leden in gesprek gaan over linkse samenwerking, moet voor- en tegenstanders samenbrengen om te praten over linkse samenwerking. Nodig mensen uit van andere linkse partijen bij deze gesprekken. Of organiseer gezamenlijk met andere linkse partijen een evenement. De partij mag daarbij van de leden een constructieve en open houding verwachten voor elkaars argumenten. Solidariteit doe je ook met elkaar bínnen de partij.
Oneens. De discussie wordt op het moment niet zuiver gevoerd. Er is een groot verschil tussen linkse samenwerking, een fractiefusie en een partijfusie. We moeten eerst eens kijken hoe de intensivering van de al langer bestaande linkse samenwerking zich zal ontwikkelen. Daarnaast mag fusie nooit een doel op zich zijn. De vraag zou moeten zijn: welk probleem lossen we hiermee eigenlijk op? Als het gaat om ons zetelaantal dan heeft de geschiedenis bij verschillende fusiepartijen al laten zien dat dit geen garantie is voor een blijvend hoog zetelaantal. Niet bij het CDA, niet bij Groenlinks en ook niet bij ons.
We moeten dus met z’n allen voorkomen dat we ons blindstaren op zulke beslissingen, waarvan nu niemand nog weet wat de praktische gevolgen zullen zijn. Wanneer het gesprek niet transparant wordt gevoerd en kiezers niet helder geïnformeerd, dan zullen leden zich voor het blok gezet voelen en kiezers zich bedrogen.
De PvdA moet de rode veren weer terug halen: de nieuwe voorzitter moet in de eerste periode van vier jaar onze idealen weer boven water halen.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
De stelling doet voorkomen alsof onze idealen zijn verdronken. Daar ben ik het gepassioneerd mee oneens.
Onze idealen zitten diep verankerd in onze vezels. In onze mensen. In onze leden. In onze bondgenoten. Nationaal en internationaal.
Die idealen zijn tijdloos.
Waar het aan scheelt is het vertalen van onze idealen en waarden naar concrete en actuele vraagstukken. Wat betekenen onze waarden voor hoe we als partij zijn georganiseerd? Wat betekent dat voor een eventuele fusie. Hoe verhouden onze idealen zich tot de ontvouwende klimaatramp? Durven we kleur te bekennen op sociaal-culturele thema’s? Of blijven we naar onze schoenen kijken?
De vertaling van onze idealen naar concrete voorstellen maken we nu eigenlijk alleen in onze verkiezingsprogramma’s. Terwijl we dat structureel zouden moeten doen. En ook voor losse vraagstukken. Daarom pleit ik voor het afstoffen van onze aanpak voor “brandende kwesties” en deze terug te brengen voor actuele thema’s.
Oneens. De nieuwe voorzitter moet vol aan de bak om de partij te vernieuwen, te verjongen, te verbinden en met de leden het gesprek te voeren over de koers van de partij. Daarmee heeft de voorzitter de handen meer dan vol. Het inspireren van de kiezers is een taak van onze partijleider en onze volksvertegenwoordigers en bestuurders.
Zeer mee eens. Onze idealen worden weer tot leven gewekt door er vaak en met velen over te praten. Een solidaire samenleving, met gelijke kansen voor iedereen, daar gaan we voor. Want dat drijft ons en daarover zijn wij nooit uitgepraat.
Een fundamentele visie op de noodzakelijke zaken in het leven is onontbeerlijk. Recht op zorg, recht op veiligheid, recht op een zekere baan met een behoorlijk inkomen, recht om jezelf te zijn, recht op wonen: het is nog steeds niet vanzelfsprekend, is voor velen zelfs steeds minder vanzelfsprekend aan het worden, maar zou dat wel moeten zijn.
Neem de woningmarkt. Alleen al die naam: woningmarkt. Ondernemers hebben vrij spel, vragen torenhoge huren en koopprijzen, en profiteren van het grote tekort aan woning in ons land. Dat mag niet. Wonen is een recht, en iedereen moet ‘gewoon’ een goed dak boven het hoofd hebben, waarbij de overheid de regie neemt.
Onze idealen kennen we maar al te goed. Wij zijn de partij van een goed leven voor iedereen. De partij die de groei van ongelijkheid niet accepteert als een natuurverschijnsel. Die tweedeling tussen mensen niet politiek uitbuit maar de brug wil slaan.
Dat verhaal moet aanvallender verteld, met meer lef, minder terughoudendheid. De sociale politiek is veranderingsgerichte politiek en moet zich daarom met kracht positioneren. Er is werk aan de winkel op splijtende kwesties als klimaat, integratie en de technologische revolutie maar de basis van ons verhaal staat. Kijk naar Duitsland, waar de SPD met dat verhaal een opmars in de peilingen doormaakt.
De partij heeft dus bovenal met meer zelfvertrouwen naar voren. Het debat bepalen. Het op moderne manieren in de wijkgebouwen en via social media aan de man brengen. Dat vraagt om méér strategische slagkracht en een modernere partijorganisatie. Daar gloort de toekomst!
Onze idealen staan als een paal boven water. Bestaanszekerheid, duurzaamheid en gelijkwaardigheid. Dat was de koers van Willem Drees en Joop den Uyl, dat was de inzet van Lodewijk Asscher en dat is nu de koers van Lilianne Ploumen. Onze idealen zijn ons kompas: wij strijden voor een eerlijke, duurzame en sociale toekomst.
De voorzitter bepáált niet de idealen van de partij maar moet ze wel beschérmen. Zo zag ik ook mijn taak als voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie. Met meer dan duizend leden hebben we onze idealen omgezet in linkse plannen. De energie en kracht van onze partij die ik toen gezien heb is mede de reden geweest dat ik mij heb gekandideerd voor het partijvoorzitterschap.
Die kracht en energie benutten is mijn doel als partijvoorzitter. Want wij moeten de partij zijn met de antwoorden op de grote vragen van onze tijd. Samen staan we sterker.
Eens, dat is hard nodig. Zodat we ook weer geloven in de maakbaarheid van onze idealen. We moeten onze technocratische bestuurlijke bril xxx afzetten, en niet meteen twijfelen aan financiële haalbaarheid of voldoende draagvlak. In ons rijke land moet je het wel heel bont maken als je je ideeën niet financierbaar krijgt. En draagvlak is een opdracht, geen natuurlijk gegeven. Grote, gedurfde ideeën moeten weer centraal staan zoals we dat ooit met de AOW gedaan hebben . Dat is pas links met lef.
De rode veren zijn springlevend in de afdelingen en zichtbaar in ons verkiezingsprogramma, maar onzichtbaar in ons verhaal. Neem alleen het ombudsteam. Wat een prachtig uithangbord is dat voor onze rode veren. Dat instituut is verwaarloosd en moet de aandacht krijgen die het verdient. Niet alleen om aan de buitenwereld te laten zien, maar ook omdat het ombudsteam bij uitstek de ogen en oren zijn van de partij.”
Het is de taak van de voorzitter mede de politieke koers te bewaken. Wanneer we weer herkenbaar willen zijn als echte sociaal-democratische partij, dan zal die complete verentooi weer uit de kast getrokken moeten worden. Het betekent dat we weer stelling moeten durven te nemen. Zowel op klassieke sociaal-economische thema’s als bestaanszekerheid, huisvesting, gelijke kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, maar ook op sociaal-culturele thema’s als veiligheid, vrijheid, integratie en zelfbeschikking. Het is vervolgens aan de leden om in een goed functionerende ledendemocratie hierover in gesprek te gaan. De kramp moet uit het debat. We doen het samen!
De partijorganisatie en de vereniging moeten grondig gemoderniseerd worden.
Hieronder lees je de reacties van de kandidaten
Concrete partijvernieuwing is noodzakelijk. Over de gehele lijn zijn we georganiseerd alsof we een partij zijn met 100.000 leden en 100 medewerkers. Dit zie je terug in de verouderde structuur en in oeverloze vergaderingen. We zadelen onze afdelingen op met onnodige bureaucratie. Veel gewesten lopen niet lekker. Niemand kan mij de toegevoegde waarde van de verenigingsraad uitleggen.
Capaciteit is een probleem – terwijl er zoveel onbenut potentieel zit bij onze leden. Qua kennis en ervaring. Qua tijd. En qua geld. Onze leden doen graag wat voor de partij – maar je moet het hen wel concreet en gericht vragen.
Onze organisatie moet daarom op de schop volgens de volgende vuistregels: 1. We focussen op actie en beweging. 2. We maken procedures zo simpel mogelijk. 3. Professioneel wanneer het moet; amateuristisch als het kan. 4. We mobiliseren vrijwilligers om te helpen met het organiseren van dingen: van klein tot groot.
EENS: In veel afdelingen zijn er aanzienlijk minder leden actief dan vroeger en dat betekent ook dat we onze partijorganisatie daarop aan moeten passen. Denk hierbij aan meer mogelijkheden voor samenwerking en clustering op lokaal niveau en minder administratieve verplichtingen. De ontwikkeling van de digitalisering biedt een grote mogelijkheid om verbinding met en betrokkenheid van de (jonge) leden op een nieuwe manier vorm te geven. Op alle vlakken is er derhalve behoefte aan een grondige modernisering.
Hier ben ik het zeer mee eens. De PvdA is te bureaucratisch geworden. Er moet een deltaplan komen om de organisatie aan te passen aan de huidige omvang. Dat wil zeggen minder hiërarchie, meer zeggenschap laag in de partij leggen, open tweerichting-communicatie, luchtiger en experimenteler.
De partij kan veel democratischer, waarbij de politieke top weer gaat luisteren naar de leden, waar debat in de partij weer gaat bruisen.
Sociale politiek wil de wereld veranderen en moet door iedereen gehoord worden. Tijdens mijn bezoeken aan tientallen afdelingen zag ik dat dat veel beter moet en kan.
Onze partijorganisatie landelijk en lokaal is hopeloos verouderd. We leven in de tijd van social media, aansprekend debat en naar buiten gerichte acties. Maar de PvdA is heel druk met zichzelf. Met jaarverslagen, begrotingen, kascontrolecommissies en te trage ledendemocratie.
Daarom moeten we onze afdelingen versterken, de bureaucratie moet eruit en de ondersteuning veel meer op regionaal niveau georganiseerd. Onze campagnes kunnen gedurfder en ons toekomstdebat moet aanstekelijk georganiseerd te zijn voor jonge generaties. Als we een partij van de toekomst willen zijn is moderne vertegenwoordiging op social media noodzakelijk.
Om dat te betalen moet de afdracht van gekozen politici (nu slechts 5,5% van het inkomen) naar draagkracht omhoog. We gaan de partij moderniseren om toekomst te houden in de 21e eeuw.
Mensen worden lid van de PvdA vanwege onze idealen. Om gelijkgestemden te ontmoeten en zich in te zetten voor een duurzame en eerlijke toekomst. Nog te vaak gaat het binnen onze vereniging over procedures en papieren. Het schrikt nieuwkomers af en stompt onze trouwe leden af.
Het is hoog tijd voor een andere aanpak. We ondersteunen kleine afdelingen in hun administratie en we moedigen samenwerking met zusterafdelingen aan. Grotere afdelingen helpen de naburige kleinere afdelingen.
Maar een PvdA die bruist van ideeën en talent vraagt om meer. We introduceren regionale ‘campagnehubs’ waar expertise en materiaal aanwezig zijn. Denk aan banners, een BBQ of een campagnebus. We gaan ons meer focussen op training en scouting. Bijvoorbeeld door het organiseren van een Talentendag en het professionaliseren van onze scouting. We moderniseren manieren voor ledeninspraak en we verstevigen onze vrijwilligersondersteuning. Op die manier creëren we een partij waar mensen bij willen horen.
Ja. Daarbij moeten vooral de leden beter ondersteund worden als vrijwilliger. Zij hebben veel kennis, ervaring en vaak ook tijd. Onnodige bureaucratie snijden we weg of organiseren we slimmer. De communicatie met leden en kiezers moet veel beter. Er komt onder meer een nieuw ledenblad. We maken veel beter gebruik van social media. En we gaan meer thematisch werken, de netwerken krijgen gelijke posities als afdelingen. En we worden veel meer een actiepartij, laat mensen het protest organiseren en herstel xxx politiek ombudswerk.
Mee eens. Onze sociale mediakanalen zijn niet van deze tijd, onze website is een informatiemachine, maar vertelt niet het verhaal van de PvdA, we maken veel te weinig gebruik van online platforms waar leden kennis en ervaring kunnen uitwisselen en met elkaar kunnen discussiëren, de huidige PvdA-netwerken zijn nu eilandjes die niet in verbinding staan met de rest van de partij, afdelingen besteden te veel tijd aan bureaucratische rompslomp.
Wat verstaan we onder modernisering? Moet alles veel meer digitaal? Het gevaar om mee te gaan in de hippe term “modernisering” is dat het een verkapte vorm van minder ledendemocratie kan zijn. Dat moeten wij niet laten gebeuren. Wat belangrijk is, is dat de partij een sterk functionerende en dynamische ledendemocratie moet hebben. Dat is een absolute voorwaarde. De leden zijn aan zet en moeten dat ook altijd blijven. De geloofwaardigheid van een voorzitter hangt dus af van de vraag in hoeverre zij/hij bereid is die ledendemocratie en dus ook die tegenspraak te omarmen.
De partijvoorzitter moet de partij op een strategisch veel meer aanvallende koers brengen.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
Ik denk dat met mij veel leden vinden dat we als partij soms te reactief zijn geweest. We zouden proactiever ons eigen verhaal moeten vertellen. Maar we moeten strategie niet verwarren met de waan van de dag en de rol van partijvoorzitter niet met die van fractievoorzitter.
De partijvoorzitter is verantwoordelijk voor de koers op de langere termijn. In teamverband heb je soms een rol te spelen in slim reageren en inspelen op de politieke actualiteit. Maar je moet niet elke dag het veld op willen rennen om mee te gaan voetballen. Dat zal ik als partijvoorzitter dan zeker ook niet doen.
Wel zal ik bouwen aan een vernieuwde partijorganisatie. Aan het betrekken en opleiden van lokale en nationale talenten van alle leeftijden. Aan een krachtig campagneapparaat. En aan een magazijn aan ideeën en verhalen waarmee onze politici onze samenleving socialer, inclusiever en groener kunnen maken.
Oneens. De partijvoorzitter moet tezamen met de leden van de partij het goede gesprek voeren over de koers van de partij en de partijvoorzitter moet vervolgens de door de leden uitgezette koers bewaken. De manier waarop wij onze ideeën vervolgens willen realiseren is erg afhankelijk van de omstandigheden. Dit kan verschillen per gemeente, per provincie en op landelijk niveau erg afhankelijk zijn van de situatie die zich op dat moment voordoet. Het zou goed kunnen zijn dat een aanvallende tactiek op enig moment in een bepaalde situatie de juiste is maar dat kan niet in z’n algemeenheid gezegd worden. Als het gaat om de tactiek op landelijk niveau dan bespreekt de voorzitter dit eerst met, in ieder geval, de politiek leider om pas daarna daarover een standpunt in te nemen.
Mee oneens. Een aanvallende koers is vooral de verantwoordelijkheid van de politiek leider: Lilianne Ploumen. Achter de schermen stimuleert en activeert de voorzitter natuurlijk een dergelijke beweging. Een brede volkspartij is geen leger, maar een vereniging. Je moet rekening houden met heel veel verschillende linkse opvattingen en strategie voorkeuren. Er moet een duidelijke afbakening zijn tussen de politieke strategie en de verenigingscultuur. De partijvoorzitter staat voor het laatste.
De sociale politiek moet aanvallender. Het is tijd om met méér zelfvertrouwen de noodzaak van sociale verandering op de agenda van Nederland te krijgen, én het debat te bepalen.
De afgelopen maanden zagen we vooral een afwachtende houding. Tot Rutte en Kaag hun proeve van een regeerakkoord afhadden. Tot we wisten of rechts wel of niet met links wilde regeren.
Daar gaan we het niet mee redden. Om die reden riep ik met honderd partijgenoten de fractie op om zélf de agenda te bepalen. Het is dringend ook: groeiende ongelijkheid wacht niet, de klimaatopgave, de exploderende woningmarkt.
Een nieuwe partijvoorzitter heeft 150 dagen tot de raadsverkiezingen. De sociale politiek heeft geen tijd te verliezen. Als we niet willen dat rechts straks de steden en dorpen bestuurt, luidt het devies: bepaal het debat, laat zien wat het alternatief is. Waarom het socialer kan én moet.
Het winnen van verkiezingen begint bij een bevlogen en eerlijk verhaal. Denk aan de campagnes in 2019 van Frans Timmermans en die in 2012 van Diederik Samsom. Te vaak redeneren we verkeerd om en beginnen we bij de strategie voordat we nadenken over wát we willen vertellen.
De sociaaldemocratie is per definitie aanvallend. Wij willen de wereld verbeteren, ervoor zorgen dat iedereen meetelt en mee kan doen. Te veel strategie heeft er de afgelopen jaren juist voor gezorgd dat we minder aanvallend waren. Dat we bepaalde onderwerpen als klimaat en migratie schuwden. Dat we ons niet wilde mengen in sommige discussies. En dat we te veel vertrouwden op opiniepeilingen om te bepalen wat kiezers van ons verlangden.
Het is onze taak om duidelijk te zijn over onze keuzes voor de toekomst en daar draagvlak bij te vergaren. Niet andersom.
Zeer mee eens. De aanval is de beste verdediging. Nu we als links gezamenlijk in de oppositie gaan moeten we een links schaduwkabinet vormen, met een links alternatief regeerakkoord. We geven geen steun aan een rechts meerderheidskabinet maar organiseren een breed maatschappelijk verzet met stakingen, grote demonstraties, zwartboeken en spectaculaire protestacties. We laten met veel zelfvertrouwen zien dat het anders kan en moet.
Zelfbewustzijn lijkt me veel relevanter dan aanvallend zijn. Op rechts is er stilstand. Ze bewegen niet op klimaat en niet op wonen. Je kunt rechts daar voortdurend mee om de oren slaan, maar dan ontstaat er al snel een debat tussen doven. Het is aan ons om ons eigen, zelfbewuste verhaal te vertellen dat in het teken staat van het algemeen belang en toekomstige generaties, en dat wél antwoord geeft op de grote thema’s die moeten worden geadresseerd: wonen, klimaat, onderwijs, bestaanszekerheid. Als we die thema’s adresseren kunnen we iedereen uitnodigen om met ons mee te doen. Want om de problemen op te lossen hebben we een zo groot mogelijk mandaat nodig van de samenleving.
Je moet als voorzitter altijd nadenken op strategisch niveau, welke koers je als partij gaat bewandelen en de manier waarop je dat gaat doen. Met een aanvallende koers richt je je op de politieke opponenten, dan loop je altijd achter de feiten aan. Ik zie liever dat wij koersbepalend zijn door onze ogen en oren te richten op onze samenleving en onze maatschappelijke partners en dat te vertalen in de politieke arena. Dat kan door de verbinding met onze wijken via onze lokale afdelingen. Kortom het beste doen voor onze kiezers en alle Nederlanders moet het doel zijn en de koers samen bepalen met de leden. Ik wil de partij brengen naar een veel meer overtuigende koers i.p.v. aanvallende koers.
Het goed organiseren van de partij is nu belangrijker dan ons verhaal goed te kunnen vertellen.
Hieronder lees je de reacties van de verschillende kandidaten.
Met het grote verlies aan zetels in 2017 verloren we veel subsidie. Belangrijke ondersteuning is toen wegbezuinigd. Toch probeert het partijbureau dagelijks nog steeds honderd ballen tegelijkertijd in de lucht te houden. Ze lopen zich het vuur uit de sloffen.
De situatie nu vraagt om het maken van heldere keuzes en het stellen van prioriteiten. Om slimmer organiseren. Als voormalig projectmanager bij organisaties als Unilever en ING neem ik waardevolle ervaring mee om dat te doen.
Er is daarbij geen tegenstelling tussen een goede organisatie en ons verhaal. We hebben een sterke organisatie nodig om ons verhaal goed te kunnen vertellen. Zo werd het campagne-apparaat van de Partij van de Arbeid dertig jaar geleden alom gerespecteerd en gevreesd. Het gevolg van onvoldoende prioriteit en ruim tien jaar aan ondermaatse campagnes en organisatie is dat we bijvoorbeeld qua online aanwezigheid flink achterlopen op onze politieke concurrenten. Dat kan en moet beter.
Oneens. Beide zijn belangrijk. Wij moeten ons verhaal goed vertellen en wij moeten onze partij goed organiseren. De Voorzitter is aan zet voor het organiseren van de partij en die heeft daar de komende 4 jaar zijn handen meer dan vol aan. De eerste aangewezene om ons verhaal te vertellen is onze partijleider. Die pakt het podium, tezamen met onze (lokale) volksvertegenwoordigers en bestuurders.
Mee oneens.Landelijk moeten de meest zichtbare personen van de partij (de partijleider) het verhaal goed vertellen. Voor de kiezers moet duidelijk zijn: wie is de afzender (de PvdA) en waarom maakt het uit dat wij (de PvdA) daar in de Tweede Kamer zitten.
De essentie - zeker in de aankomende gemeenteraadsverkiezingen - is dat men aan de top goed weet wat er lokaal leeft. De verhalen moeten elkaar lokaal en landelijk kunnen versterken. En niet in de wielen rijden.
Het goed organiseren van de partij is een continu proces. Dit is cruciaal. Alleen zo kunnen we onze idealen echt realiseren.
We zullen beiden moeten doen om een moderne volkspartij te worden die weer kan winnen. Ons verhaal moet beter en aanvallender over het voetlicht gebracht worden, onze verouderde en bureaucratische partijorganisatie moet drastisch gemoderniseerd. De partijvoorzitter geeft leiding aan het strategisch beraad waar Lilianne Ploumen als politiek leider, Agnes Jongerius als delegatieleider in het Europees Parlement en Mei Li Vos als fractieleider van de Eerste Kamer bij elkaar komen. Daar moet direct na het aantreden van de nieuwe voorzitter een strategische marsroute naar de toekomst uitgestippeld worden. Een route die ons verhaal krachtiger positioneert, afdelingen versterkt en de campagneorganisatie weer op het niveau van weleer brengt. Het gaat om inhoud én organisatie.
Ik zie deze twee zaken niet als tegengesteld aan elkaar. Wij moeten de partij zijn met de antwoorden op de grote vragen van onze tijd. Dat moeten we durven uit te dragen en daar moeten we trots op zijn. De PvdA haalt kracht uit het zijn van een ideeënpartij. Die kracht moeten we verder ontketenen. Mensen binden aan ons verhaal is de weg vooruit.
Tegelijkertijd heeft de partij minder mensen en middelen tot haar beschikking. Dat vraagt om een strakke organisatie. Dat heb ik ervaren toen ik als universiteitsbestuurder mijn faculteit door meerdere bezuinigingsrondes en de coronacrisis heb geloodst. Ik heb gezien hoe iedereen mee wil denken en mee wil doen. Daarom wil ik meer ruimte geven aan de inzet van onze 41 duizend leden - zij kunnen het hart van onze organisatie worden. Dan staat er een geweldige vereniging om ook verkiezingen mee te winnen.
Zeer oneens. Ons verhaal is niet op orde. Een groot nieuw, wervend verhaal vol met gedurfde ideeën, die echte alternatieven bieden voor de huidige neoliberale samenleving en die een weerwoord geven op de gevaarlijke boodschappen van extreemrechts is hard nodig. We hebben geen technocratische manager als partijvoorzitter nodig, maar een bevlogen ervaren ideoloog, die dat ook weet om te zetten in actie en organisatie.
Dit lijkt me een schijntegenstelling. Door de partij goed te organiseren kun je je verhaal beter vertellen. Als je de bureaucratie weghaalt bij de afdelingen, houden die meer tijd over om dingen te organiseren die raken aan het verhaal van de PvdA. Als je je communicatiekanalen moderniseert, waaronder de website, kan je je verhaal beter vertellen
Oneens, ze zijn even belangrijk. Wij zijn een politieke vereniging en geen B.V. Willen wij als sociaaldemocraten het vertrouwen terugwinnen dan moeten wij een duidelijk verhaal hebben, een eenheid vormen en onze idealen met trots uitdragen. Die eenheid vorm je door de verbinding met onze leden, afdelingen, netwerken en volksvertegenwoordigers te versterken. Voor het doorgronden van maatschappelijke uitdagingen in onze wijken en het vinden van de juiste oplossingsgerichte ideeën is de verbinding met de lokale afdelingen de sleutel tot het succes. Dat moet nog beter georganiseerd worden op alle niveaus binnen de partij en verankerd worden in de processen en activiteiten.