De beste start voor ieder kind. Onze voorstellen

Waarom gelijke kansen een grondwettelijke opdracht voor de overheid moeten zijn

De beste start voor ieder kind. Onze voorstellen

Ieder kind heeft recht op onderwijs. Op goed onderwijs, op toegankelijk onderwijs en op onderwijs dat bij jou past. Zodat je het maximale uit je leven kunt halen.

Daarom willen wij gelijke kansen een grondwettelijke opdracht maken voor overheid en gemeenten.

⇓ Vernieuwing artikel 23 ⇓

Ons artikel 23 in het kort

De wijk waarin je woont, je religie of wie je ouders zijn mogen nooit bepalend zijn voor wie je later wordt. School moet voor ieder kind een gelijk startpunt zijn. Dat is niet alleen in het belang van onze jeugd, maar in het belang van ons allemaal. Gelijke kansen zijn essentieel voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar, waarin we kunnen omgaan met verschillen en weerbaar zijn in een wereld die steeds sneller verandert. Wij willen de overheid daarom de grondwettelijke opdracht geven om voor gelijke kansen in het onderwijs te zorgen.

Want we zien scholen waar kinderen niet de kansen krijgen die ze op andere scholen wel krijgen. We zien scholen waar onze universele waarden – zoals gelijkheid van man-vrouw en homo en hetero – niet worden gedeeld. We zien kinderen die thuiszitten en op geen enkele school worden toegelaten. Ons ideaal, dat het niet mag uitmaken waar je vandaan komt voor wie je later wordt, komt zo in gevaar.

Wij willen het belangrijke artikel 23 van de Grondwet - dat de vrijheid van onderwijs regelt én de overheid de taak geeft zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs – daarom aanpassen. Niet langer de school, maar de belangen van het kind centraal. Het nieuwe artikel 23 is duidelijk: Ieder kind heeft recht op onderwijs, en moet elke school kunnen kiezen. Tegelijkertijd moet elke school de plicht hebben om kinderen op gelijke voet te accepteren. Daarbij moet het onderwijs niet alleen van goede kwaliteit zijn, maar ook bijdragen aan gelijke kansen, persoonlijkheidsvorming en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.

Ons voorstel

  1. Ieder kind heeft recht op onderwijs.De wet stelt regels ter bevordering van de kansengelijkheid in het onderwijs.
  2. Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering.
  3. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen.
  4. Ten aanzien van het algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en hoger onderwijs geeft de wet regels ter bevordering van de gelijke kansen van kinderen, de ontplooiing van hun persoonlijkheid en kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.
  5. Het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging, bij de wet geregeld.
  6. In elke gemeente en in elk van de openbare lichamen, bedoeld in artikel 132a, wordt van overheidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onderwijs gegeven in een genoegzaam aantal openbare scholen. Volgens bij de wet te stellen regels kan afwijking van deze bepaling worden toegelaten, mits tot het ontvangen van zodanig onderwijs gelegenheid wordt gegeven, al dan niet in een openbare school.
  7. De eisen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting.
  8. Deze eisen worden voor het algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en hoger onderwijs zodanig geregeld, dat de deugdelijkheid van het geheel uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het openbaar onderwijs even afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers geëerbiedigd.
  9. Het bijzonder algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en hoger onderwijs, dat aan de bij of krachtens de wet te stellen voorwaarden voldoet en dat op gelijke voet toegankelijk is voor alle kinderen die de grondslag van de onderwijsinstelling respecteren, wordt naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd.
  10. De regering doet jaarlijks van de staat van het onderwijs verslag aan de Staten-Generaal.

 

Huidige tekst

  1. Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering.
  2. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen.
  3. Het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging, bij de wet geregeld.
  4. In elke gemeente en in elk van de openbare lichamen, bedoeld in artikel 132a, wordt van overheidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onderwijs gegeven in een genoegzaam aantal openbare scholen. Volgens bij de wet te stellen regels kan afwijking van deze bepaling worden toegelaten, mits tot het ontvangen van zodanig onderwijs gelegenheid wordt gegeven, al dan niet in een openbare school.
  5. De eisen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting.
  6. Deze eisen worden voor het algemeen vormend lager onderwijs zodanig geregeld, dat de deugdelijkheid van het geheel uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het openbaar onderwijs even afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers geëerbiedigd.
  7. Het bijzonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, wordt naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen uit de openbare kas worden verleend.
  8. De regering doet jaarlijks van de staat van het onderwijs verslag aan de Staten-Generaal.

Laat je emailadres achter en blijf op de hoogte

Delen: